H3 - herhaling toets 3/4

Lesson Targets:

  • I can choose one grammar topic I want to practise extra for the test

Programme:

  1. Repeat the grammar shortly
  2. Choose one grammar topic
  3. Do the exercises
  4. Check yourself



1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesson Targets:

  • I can choose one grammar topic I want to practise extra for the test

Programme:

  1. Repeat the grammar shortly
  2. Choose one grammar topic
  3. Do the exercises
  4. Check yourself



Slide 1 - Tekstslide

Future tense
Will/ Shall + hele werkwoord
"Don't worry, I will help you."
"Shall we go to the cinema?"
To be going to + hele werkwoord
"Look! It is going to rain."
"We are going to go to the cinema."
Present Continuous
"I am going on vacation tomorrow."
Present Simple
"The train leaves at 9:00."

Slide 2 - Tekstslide

Adverbs and adjectives

Slide 3 - Tekstslide

some & any
Some
Bevestigende zinnen
Vraagzinnen
- Waar het antwoord 'ja' zal zijn
- Als je iets aanbiedt
Any
Ontkennende zinnen
Vraagzinnen

Slide 4 - Tekstslide

Exercises
Lesson Target
I can choose one grammar topic I want to practise extra for the test
What
Do a hand-out. Choose:
1. future
2. adverbs and adjectives
3. some and any
How
Individually
Time
The rest of the lesson
Done?
Check the answers (Magister)

Slide 5 - Tekstslide

Learning Targets:

  • I can explain what a modal verb is and when to use them

Programme:

  1. Repeat the grammar shortly
  2. Do the grammar stencils 
  3. Check yourself



Slide 6 - Tekstslide

(zou) kunnen, (zou) mogen
Can- kan (is waarschijnlijk)         
It can become very hot in Australia.

Could- zou kunnen, kon (vt) en ook beleefde vorm (iets minder waarschijnlijk.     
It could become very cold tomorrow.

May- kan (nog minder waarschijnlijk) of mag.
You may go outside after you've finished your homework.

Might - kan (zo goed als onwaarschijnlijk) of zou mogen.
It might become hot tomorrow, but since it's still winter, it's unlikely.

Slide 7 - Tekstslide

Je hebt het vermogen, de vaardigheid, of de mogelijkheid om iets te doen.
Can gebruik je dan alleen bij de present simple. 
I can help you

Could gebruik je voor iets dat je mogelijk kan doen of in de verleden tijd.
I could do the split when I was 10.

To be able to kun je met elke tijd gebruiken (ook toekomst en voltooid)
She is able to help us

Slide 8 - Tekstslide

Toestemming
Can gebruik je alleen in de present simple.
Could gebruik je als verleden tijd voor can
May is formeler
To be allowed to kan met alle tijden gebruikt worden.

Slide 9 - Tekstslide

Exercises
Lesson Target
I can explain what a modal verb is and when to use them
What
Do the grammar hand-out
1. future / adverbs and adjectives / some and any
2. modal verbs
How
Individually
Time
+/- 30 minutes
Done?
Check the answers (Magister)

Slide 10 - Tekstslide

Have to, must, should
Iets is noodzakelijk of moet (informeel) -  You have to brush your teeth before bed. 

Iets is noodzakelijk of moet (formeel) - You must not drive faster than the speeding limit

Als je advies geeft - You should write a thank you note to your grandmother

Slide 11 - Tekstslide