Les profiel 27/1/22

Les Profiel 27 januari
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les Profiel 27 januari

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les;
Thema 14.8 en 14.9

Theorie; Gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking en fysieke agressie. 

Verwerkingsopdracht.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen probleemgedrag
  • Weglopen of dwalen
  • Steeds schreeuwen of roepen
  • Angst/onrust
  • Seksuele ongeremdheid
  • Automutilatie
  • agressie
  • destructief gedrag 
  • rumineren 
  • Dwangmatig gedrag

Slide 5 - Tekstslide

Bij probleemgedrag wordt een onderscheid gemaakt tussen excessief gedrag en gedragstekorten. Bij excessief gedrag wordt een probleem ervaren doordat het gedrag te vaak, te langdurig of te hevig optreedt, zoals bijvoorbeeld geagiteerd gedrag. Bij gedragstekorten vormt juist de afwezigheid van gedrag het probleem zoals apathisch gedrag. Vaak wordt bij probleemgedrag al snel gedacht aan fysieke of verbale agressie. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Probleemgedrag kun je vergelijken met koorts. Het is een manier om aan te geven dat er sprake is van een ander probleem. Net zoals koorts aangeeft dat er iets met het lichaam aan de hand is. Probleemgedrag is soms voor de cliënt de enige manier om zich te uiten.

Koorts kun je behandelen met bijvoorbeeld paracetamol. Maar daarnaast moet je ook onderzoeken waar de koorts vandaan komt. Als een cliënt met probleemgedrag een direct gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen, zul je ook het symptoom moeten bestrijden. Bijvoorbeeld door iemand tijdelijk apart te zetten. Maar net als bij koorts moet je verder zoeken: waar komt dit gedrag vandaan? Wat is er aan de hand? Een cliënt kan pijn hebben, maar niet in staat zijn dat aan te geven. Of een cliënt verveelt zich enorm zonder dat iemand dat doorheeft. Er kan ook sprake zijn van een psychiatrische stoornis, enzovoort. De aanpak van probleemgedrag moet dus gericht zijn op het onderliggende probleem en dat verschilt per cliënt.
Context gebonden
  • Situatie afhankelijk
  • Kan te maken hebben met de omgeving, denk aan de mede cliënten, prikkels op de groep, de sfeer, overvraging, te weinig structuur. 

Slide 8 - Tekstslide

Probleemgedrag is contextgebonden. Dat wil zeggen: gedrag dat problematisch is in een bepaalde context, hoeft dat elders niet te zijn. In een thuissituatie kan zwerfgedrag problematisch zijn, maar in een instelling hoeft dat niet het geval te zijn, als iemand vrij en veilig naar buiten kan en binnen voldoende ruimte heeft.   
Heb je een situatie waarin je probleem gedrag hebt gezien?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan probleemgedrag

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan leidt je stapsgewijs door het cyclisch proces (methodisch werken=verpleegkundig proces) van signaleren en observeren van gedrag, het maken van een probleemanalyse, het formuleren van een behandeldoel, het kiezen van de daarbij passende interventies en tot slot de evaluatie.  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht;
- Maak groepjes van 4/5 personen
- Ga naar ThiemeMeulenhoff
- Boek persoonlijk begeleider GZ deel A
- Naar Leeromgeving
- Thema 4
- Praktijksituaties 
- Kies met je groepje 1 casus 
- Beantwoord de vragen 1 t/m 5 en lever ze in bij de docent


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week is de toets.
Vragen of is alles duidelijk?
Succes!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies