Astma en COPD blok 2

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
FPZMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Astma patiënten kunnen over hun aandoening heen groeien
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Iemand moet zowel Salbutamol als een corticosteroïde gebruiken. Welke moet eerst?
A
Salbutamol
B
Corticosteroïden
C
Maakt niet uit.
D
wordt niet samen gebruikt.

Slide 12 - Quizvraag

welke van de onderstaande geneesmiddelgroepen bij astma/COPD?
A
Sympaticomimetica
B
Parasympatico-mimetica
C
Sympaticolytica
D
Parasympaticolytica

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer wordt een corticosteroïde naast een sympatico-mimeticum voorgeschreven?
A
Als iemand 18+ is en nog benauwd.
B
Als iemand kan stoppen met symp.mimetic.
C
Bij meer dan 2x/week symp.mimetic.
D
Bij meer dan 2x/maand symp.mimetic.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

COPD patiënten krijgen regelmatig een antibiotica-kuur
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

De behandeling met Leukotrieën-antagonisten werkt beter bij:
A
Astma
B
COPD

Slide 21 - Quizvraag

Basis fase 
Kan aan de opdrachten gaan werken.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Voortgangsfase kan aan opdrachten werken

Slide 33 - Tekstslide

Theofylline
Patiënten krijgen dit meestal via de longarts.
Werking is het verslappen van de gladde spieren om de bronchiën.
Acuut als injectie bij astma aanval
Chronisch gebruik "retard" tabletten bij COPD
Smalle therapeutische breedte. 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Waarom liever Maalox stoppen bij Tetracycline gebruik?
A
De eliminatie van Maalox wordt anders versneld.
B
De resorptie van tetracycline wordt ander verminderd
C
Er is een grotere kans op bronchospasmen bij de combinatie
D
Er is een grotere kans op een maagbloeding

Slide 38 - Quizvraag

Wat is de reden van de C.I. van CODP bij gebruik Betablokkers?
A
Kans op maagbloeding is groter
B
Kans op benauwdheid is groter
C
De antistolling wordt versneld
D
De absorptie van de betablokker wordt verminderd

Slide 39 - Quizvraag

Waarom kan iemand met de C.I. Astma beter Paracetamol dan Naproxen gebruiken?
A
Dit is niet juist, liever juist Naproxen
B
Naproxen wordt niet geabsorbeerd en paracetamol wel.
C
Naproxen kan een astma aanval uitlokken
D
Om maagbloedingen te voorkomen.

Slide 40 - Quizvraag

vragen?

Slide 41 - Tekstslide