Grensvervagingen - 12.1 Latour's Berlijnse sleutel

Bruno Latour
1947-2022

Verplaatsing aandacht van de intentie van de ontwerper, naar wat een 'actor' doet.

Actor;
Een element dat in een netwerk van relaties is verbonden met andere actoren. dit kunnen mensen en niet-mensen zijn.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bruno Latour
1947-2022

Verplaatsing aandacht van de intentie van de ontwerper, naar wat een 'actor' doet.

Actor;
Een element dat in een netwerk van relaties is verbonden met andere actoren. dit kunnen mensen en niet-mensen zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Actor-Netwerktheorie
ANT
Een handeling (action) is verdeeld over de actoren in een netwerk en zorgt ervoor dat dingen gebeuren of in beweging worden gezet.


Let op: een element wordt pas een actor wanneer het een handeling (action) verricht of in beweging zet.

Slide 2 - Tekstslide

Actoren in interactie
Netwerk: actoren die in interactie zijn

Een handeling is verdeeld over actoren die met elkaar verbonden zijn in een netwerk.




Zie je de overeenkomsten en verschillen tussen ANT en Morton's Mesh?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Begrippen
Handelingsprogramma: het doel van een actor

Pre-inscriptie: voorschrift, het gedrag dat een actor toestaat of verbiedt

Antiprogramma: een handelingsprogramma van de ene actor dat vanuit het perspectief van een ander actor diens handelingsprogramma verhindert.
De deur moet gesloten worden
De sleutel verbiedt de deur open te laten en voorschrijft dat de sleutel door het slot gestoken wordt en daarmee de deur dicht doet.
Actor X wil de deur sluiten en niet op slot doen, actor Y staat dit niet toe en confronteert actor X met een antiprogramma.

Het antiprogramma is vanuit actor X gezien dat wat actor Y doet.

Slide 5 - Tekstslide

Tekst: de Berlijnse sleutel

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de implicaties?
Moreel appel vertaalt in een handelingsprogramma

'je kunt niet anders dan..'

Maar....

(Antiprogramma) Wat te doen met een deur die op slot is én nog open?

Slide 7 - Tekstslide

Eindterm 18
18. De kandidaten kunnen de opvattingen van Haraway, Morton, Despret, Latour, Hayles, Barad, Harari
en Rasch over de grensvervagingen omtrent de mens uitleggen, vergelijken, toepassen en evalueren.

Daarbij kunnen zij de volgende standpunten betrekken:

• dat door de grensvervagingen de vraag naar het wezen van de mens opnieuw en anders
benaderd moet worden (Haraway);
• dat er bij de grensvervagingen kanttekeningen kunnen worden geplaatst vanuit ethisch,
kentheoretisch en wetenschapsfilosofisch perspectief;
• dat de grens tussen mens en dier is vervaagd (Morton, Despret);
dat de grens tussen levend en niet-levend is vervaagd (Latour, Hayles);
• dat de grens tussen fysiek en niet-fysiek is vervaagd (Barad, Harari, Rasch).

Slide 8 - Tekstslide

Eindterm 20
20. De kandidaten kunnen uitleggen en evalueren dat volgens Latour en Hayles de grens tussen levend en niet-levend is vervaagd. 

Daarbij kunnen zij betrekken:

• de begrippen ‘actor’, ‘actor-netwerktheorie (ANT)’, ‘handeling (action)’, ‘niet-bewuste cognitie’, ‘distributie’, ‘cognitieve assemblage’;
een uitleg met tekstfragment 14 van Latours argument dat ook niet-levende wezens vitaliteit en handelingsvermogen hebben;
• een uitleg met tekstfragment 15 van Hayles’ argument dat de mens, ondanks het handelingsvermogen van niet-levende entiteiten, de verantwoordelijkheid behoudt voor het niet-menselijke;
• een uitleg met van Latours argument dat de mens verantwoordelijkheid behoudt voor het niet-menselijke.

Slide 9 - Tekstslide

Handelingsprogramma

Wat de actor beoogt te bereiken, het doel van de actor.


---------
Pre-inscriptie

voorschrift, het gedrag dat een actor toestaat of verbiedt.
Antiprogramma

een handelingsprogramma van de ene actor dat vanuit het perspectief van een ander actor diens handelingsprogramma verhindert.
De deur moet gesloten worden
De sleutel voorschrijft dat de sleutel door het slot gestoken wordt en daarmee de deur dicht doet.
Actor X wil de deur sluiten maar niet op slot doen, actor Y staat dit niet toe en confronteert actor X met een antiprogramma.

Het antiprogramma is vanuit actor X gezien dat wat actor Y doet.

Slide 10 - Tekstslide