1BCE Herhaling SO

Goedemorgen!
Vandaag:

* Herhaling voor SO
* Samen beginnen aan samenvatting

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
Vandaag:

* Herhaling voor SO
* Samen beginnen aan samenvatting

Slide 1 - Tekstslide

Wat is ordenen?
Een verzameling verdelen in groepen met dezelfde kenmerken.

Wat is eigenlijk een kenmerk?

Biologen gebruiken celkenmerken om groepen te maken.
Een eigenschap waaraan je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen.

Slide 2 - Tekstslide

Celkenmerken
De 3 belangrijke kenmerken bij het indelen van organismen:

- Celkern
- Celwand
- Bladgroenkorrels

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Soorten
Organismen behoren tot dezelfde soort als:
- Ze zich samen kunnen voortplanten
- De nakomelingen vruchtbaar zijn



Slide 5 - Tekstslide

3 typen symmetrie
Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig 
symmetrisch
Niet 
symmetrisch

Slide 6 - Tekstslide

Skelet
Een ander belangrijk kenmerk is het skelet.
Een skelet geeft stevigheid en bescherming

Dieren hebben meestal een inwendig of uitwendig skelet.


Slide 7 - Tekstslide

Indeling in kleine groepen
Dieren worden verdeeld in 34 groepen!

Groep 1: Sponsdieren
- Meestal vast op de bodem van zee

Slide 8 - Tekstslide

Groep 2: Neteldieren
- Vangen prooi met tentakels
- Leven in het water
- Geen skelet en veelzijdig symmetrisch

Slide 9 - Tekstslide

Groep 3: Weekdieren
- Tweezijdig symmetrisch
- Meestal in een huisje of schelp als skelet

Slide 10 - Tekstslide

Groep 4: Stekelhuidigen
- Inwendig skelet
- De huid is bedekt met stekels
- Leven in zee

Slide 11 - Tekstslide

Groep 5: Geleedpotigen
- Het skelet is uitwendig
- Tweezijdig symmetrisch
- Kreeften, insecten, spinnen

Slide 12 - Tekstslide

Groep 6: Gewervelden
- Tweezijdig symmetrisch
- Inwendig skelet
- Vissen, amfibieën, reptielen en zoogdieren

Slide 13 - Tekstslide

Indelen naar manier van voortplanten
Planten worden opgedeeld in de manier waarop ze zich voortplanten.

Hierdoor zijn er 2 groepen ontstaan:
- De zaadplanten
- De sporenplanten

Slide 14 - Tekstslide

Zaadplanten
De meeste planten die je kent zijn zaadplanten

Zaadplanten hebben:
- Bloemen
- Vruchten en zaden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Sporenplanten
De voortplanting van sporenplanten gaat door middel van sporen 
 
Een spore is een cel waaruit een nieuwe plant kan komen

Sporenplanten hebben geen bloemen


Slide 17 - Tekstslide

sporenhoopjes of sporendoosjes?

Slide 18 - Tekstslide

Goedemiddag!
Vandaag:

* Hebben jullie vragen?
* Elkaars samenvatting nakijken
* Elkaar toetsvragen stellen

Slide 19 - Tekstslide

Vragen voor elkaar bedenken

Werk met behulp van het papier de opdracht uit.

Weten jullie de antwoorden op je eigen vragen?

Slide 20 - Tekstslide