De eerste wereldoorlog

De Grote Oorlog (De Eerste Wereldoorlog)
1. Inleiding - filmpje over huidige de omgang met de resten van deze oorlog
2. Oorzaken & aanleiding
3. Verloop
4. Gevolgen
5. 4 x filmpje - aanvullend (voor een nog betere voorbereiding)


1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Grote Oorlog (De Eerste Wereldoorlog)
1. Inleiding - filmpje over huidige de omgang met de resten van deze oorlog
2. Oorzaken & aanleiding
3. Verloop
4. Gevolgen
5. 4 x filmpje - aanvullend (voor een nog betere voorbereiding)


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wrijvingen tussen Europese landen om landbezit
(geo-politiek)
- Frankrijk en Duitsland hebben ruzie over Elzas-Lotharingen. (Frankrijk verloor dit gebied in 1871 aan Duitsland en wil wraak)

- Engeland is bang voor de toenemende kracht van de Duitse vloot en haar behoefte om haar koloniale macht uit te breiden. (Engeland is dan het machtigste land op zee)

- In het land Oostenrijk Hongarije willen verschillende volkeren onafhankelijk worden. (Door oorlog te voeren probeert de keizer het land bij elkaar te houden - door veroveringen kan men carrière blijven maken)


Slide 3 - Tekstslide

Wat is een veelvolkerenstaat?
A
Een staat die is opgericht door meerdere volkeren
B
Een staat waar veel volkeren werken.
C
staat waarin meerdere volkeren leven
D
Een staat waar de koning woont

Slide 4 - Quizvraag

Wat is modern imperialisme?
A
De Europese inspanningen om ervoor te zorgen dat de bevolking van de koloniën welvarend zou worden.
B
De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
C
De Europese ontdekkingsreizen in de zeventiende eeuw, met als doel de relatie tussen Europa en Azië te verbeteren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 5 - Quizvraag

Na de Frans-Duitse oorlog kreeg:
A
Duitsland Elzas-Lotharingen
B
Frankrijk Elzas-Lotharingen
C
Duitsland het Ruhrgebied
D
Frankrijk het Ruhrgebied

Slide 6 - Quizvraag

Wrijvingen tussen Europese landen om landbezit 
(geo-politiek)

- Duitsland wil uitbreiden (Bijvoorbeeld door meer kolonies te bemachtigen).

- Het Ottomaanse Rijk begint in te storten. (Waardoor andere landen ruzie krijgen over haar verloren gebieden)

- De Russen willen IJsvrije havens en het herstel van gezichtsverlies door de verloren oorlog tegen Japan.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom wilde Rusland in de 19e eeuw meer invloed uitoefenen op de Balkan?
A
Rusland wilde toegang tot ijsvrije havens
B
Rusland was orthodox christelijk en wilde de invloed van de islamitische Ottomanen inperken
C
Rusland steunde het Servische nationalisme

Slide 8 - Quizvraag

Geopolitieke ruzies (wie is wie?)

Slide 9 - Tekstslide

Elzas-Lotharingen - Dit is een belangrijk gebied op de grens van Frankrijk en Duitsland met veel grondstoffen die nodig zijn voor de industrialisatie.
Wereldrijken - Wat hebben de Britten en de Fransen? Wat hebben de Duitsers?  - zonder kolonies  geen grondstoffen en afzetmarkt (en dus geen industrie)

Slide 10 - Tekstslide

Veelvolkerenstaat - Oostenrijk Hongarije
Rusland - geen IJsvrije havens

Slide 11 - Tekstslide

Sociaal-economische oorzaken
militarisme – Militair zijn en strijdlust hebben aanzien; mooi uniform, mannelijk,

nationalisme – De behoefte hebben aan een eigen staat te bereiken door ervoor te vechten

modern imperialisme – Het hebben van vele kolonies, behoefte om gebied uit te breiden (voor grondstoffen, een afzetmarkt en het verspreiden van de eigen “superieure” cultuur)

wapenwedloop – Mogelijk door verbeteringen in de industrie

bondgenootschappen – Door bondgenootschappen nemen de landen meer risico

Slide 12 - Tekstslide

Het 'bondgenootschap' de CENTRALEN bestond uit:
A
Frankrijk, Engeland en Rusland
B
Frankrijk en Duitsland
C
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië
D
Rusland en Servië

Slide 13 - Quizvraag

Wat is Militarisme?
A
Liefde voor het leger, wapens en militaire discipline.
B
Grote liefde voor je eigen land, volk en cultuur.
C
Grote liefde voor uniformen en tanks
D
Oorlog is een goede manier om conflicten op te lossen.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is nationalisme?
A
Tegen revolutie, een beroep op traditie en weinig verandering
B
Economische vrijheid
C
Gelijkheid en broederschap
D
Trots zijn op je eigen cultuur, land en geschiedenis

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van de wapenwedloop die leidde tot de Eerste Wereldoorlog?
A
De Duitse en Engelse fabrieken maakten zoveel mogelijk wapens om hun spierballen te tonen.
B
Oorlogsvoertuigen zoals tanks en vliegtuigen werden uitgevonden en verder ontwikkeld.
C
Britse soldaten kregen shellshock door vreselijke ervaringen en gebruik van gifgas.
D
De Duitsers gingen op zee de strijd aan met de Britten, met duikboten en torpedo's.

Slide 16 - Quizvraag

Militarisme - Het bewonderen van het militair-zijn (het militaire leven)
Bondgenootschappen - Triple entente (Duitsland/Oostenrijk-Hongarije/Italië) (de centralen) &  Triple Alliantie (GB/Frankrijk/Rusland)) (de geallieerden)

Slide 17 - Tekstslide

Wapenwedloop (onderlinge strijd om wie de sterkste wapens heeft)
beste industrie = beste wapens

Slide 18 - Tekstslide

Allianties (bondgenootschappen)

Slide 19 - Tekstslide

Bij de Geallieerden hoorde NIET
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Amerika
D
Engeland

Slide 20 - Quizvraag

Wie zijn de triple alliantie?
A
Centralen
B
Geallieerden

Slide 21 - Quizvraag

Wie zijn de triple entente
A
Engeland, Frankrijk en Oostenrijk-Hongarije
B
Frankrijk, Duitsland en Rusland
C
Italië, Frankrijk en Duitsland
D
Engeland, Frankrijk en Rusland

Slide 22 - Quizvraag

verschil oorzaak & aanleiding / (directe) oorzaak
een aanleiding zette de oorlog in werking (de moord op Frans Ferdinand door de Servische nationalist Gavrilo Princip) - korte documentaire volgende slide.

Oorzaken moeten aanwezig zijn om tot de oorlog te komen.

Zonder oorzaak is er geen aanleiding

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Doelen en resultaten van het Schlieffenplan
Doel: Tweefronten-oorlog (tegen Frankrijk en Rusland) voorkomen door (Parijs snel in te nemen) Frankrijk snel uit te schakelen en dan alle troepen naar het Oosten te sturen.
Resultaat: Door via (het neutrale) België aan te vallen wordt ook Groot Brittannië in de oorlog betrokken.
De (snelle) aanval loopt vast door nieuwe verdedigingstechnieken. (Mitrailleur, prikkeldraad, loopgraven)
Rusland valt Duitsland eerder binnen dan verwacht.

Slide 25 - Tekstslide

Het Schlieffenplan was het
A
Plan om de industrie vooral te richten op het produceren van oorlogsmateriaal
B
plan om de loopgravenoorlog te doorbreken
C
Plan om eerst de Fransen te verslaan en daarna pas de Russen

Slide 26 - Quizvraag

Westfront
De snelle opmars van de Duitsers (Blitzkrieg) loopt vast in de loopgraven van het noorden van Frankrijk (Sitzkrieg)

Slide 27 - Tekstslide

loopgravenoorlog
"trenchfeet" - deze kunnen zelfs afsterven

Slide 28 - Tekstslide

Duitse soldaten 
Franse soldaten

Slide 29 - Tekstslide

Engelse, Schotse, Ierse, Nieuw-Zeelandse, of Canadese soldaten
koloniale soldaten (wereldoorlog)

Slide 30 - Tekstslide

(nieuw wapen) mitrailleur 
prikkeldraad

Slide 31 - Tekstslide

onderzeeboot
tank

Slide 32 - Tekstslide

gevechtsvliegtuig
gifgas

Slide 33 - Tekstslide

enorme kanonnen
enorme marineschepen

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Totale oorlog

Iedereen (het hele land) moet meehelpen om de oorlog te winnen

Slide 36 - Tekstslide

Wat is een totale oorlog?
A
Een oorlog die over zich over de hele wereld heeft verspreid
B
Een oorlog waarbij ook vrouwen en kinderen aan het front vechten
C
Een oorlog waarin ook burgers volop betrokken worden
D
Een oorlog die totaal nergens op slaat

Slide 37 - Quizvraag

1917
Amerika is betrokken geraakt en levert steeds meer troepen aan de geallieerden
Amerika heeft veel geld (voor wapens) uitgeleend aan de Fransen en Engelsen
Amerikanen hebben een sterkere (Angelsaksische) culturele en economische binding met de Engelsen dan met de Duitsers
(aanleiding) Duitsland torpedeert het Amerikaanse schip Lusitania (met oorlogsmateriaal voor de Engelsen, maar ook Amerikaanse burgers)

Het Duitse volk is uitgeput

Rusland heeft opgegeven (1917 – Brest-Litovsk)

Slide 38 - Tekstslide

einde WO1 precies op 11-11-18 om 11.00 uur
Verdrag Versailles
- Nieuwe landen
- Oprichten Volkerenbond
- Straf voor Duitsland (werd als vernederend ervaren)
Verliest gebied (in Europa en haar kolonies)
Mag alleen een klein leger, geen luchtmacht, geen vloot
Moet  enorm hoge herstelbetalingen betalen
Krijgt de schuld van de oorlog

Slide 39 - Tekstslide

Wat gebeurde er met Oostenrijk-Hongarije na de oorlog?
A
Het werd toegevoegd met Duitsland
B
Het bleef onafhankelijk
C
Het viel uiteen in meerdere landen
D
Het werd toegevoegd aan Rusland

Slide 40 - Quizvraag

Europa 1914
Europa 2021

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video