In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
vandaag
bespreken huiswerk 5.3 vraag 25-26 en 30
theorie 5.4 1e deel
huiswerk maken
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Winst- en verliesrekening
Winst- en verliesrekening:
Kosten
links
Opbrengsten
rechts
De winst- en verliesrekening is ook altijd in balans en gaat over een periode! Het verschil tussen de kosten en de opbrengsten is de winst (of het verlies).
Inkoopwaarde van de omzet = inkoopprijs x aantal verkochte producten
Slide 3 - Tekstslide
Winst-en-verliesrekening
Wat nemen we op in de winst-en-verliesrekening?
Waarom stellen we een winst-en-verliesrekening op?
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen brutowinst en nettowinst??
Slide 5 - Tekstslide
Brutowinst vs. nettowinst
Omzet
Inkoopwaarde - ( waarde van je inkopen)
= Brutowinst
Bedrijfskosten -
= Nettowinst / verlies
Slide 6 - Tekstslide
bruto en nettowinst
Je hebt een kledingzaak en je hebt een omzet van €50.000. De inkoopwaarde is €30.000 en bedrijfskosten van €5.000.
1. Bereken de brutowinst van deze kledingzaak.
2. Bereken de nettowinst
Slide 7 - Tekstslide
maken par 5.4 vraag 33 tot en met 38
Slide 8 - Tekstslide
vandaag
weten we het nog?
bespreken huiswerk vraag 36 en 38
2e deel 5.4
Slide 9 - Tekstslide
weten we het nog?
maken een winst of verliesrekening van de bovenstaande gegevens
timer
5:00
Slide 10 - Tekstslide
antwoord
Slide 11 - Tekstslide
Break even punt
Break-even punt
Slide 12 - Tekstslide
Hoe bereken je het break-even punt ?
de formule is
break-even punt = C : ( p - v )
C= vaste kosten
P = verkoopprijs
V = variabele kosten
Slide 13 - Tekstslide
IzzyDizzy produceert en verkoopt blouses voor € 52,00 per stuk. De variabele kosten per blouse zijn € 32,00 De totale constante kosten bedragen € 13.200,–. Wat is het Break even punt?
timer
2:00
Slide 14 - Open vraag
Een fabriek dat koffiezetapparaten produceert heeft per jaar € 450.000 constante kosten. Voor ieder koffiezetapparaat dat de fabrikant maakt, zijn de variabele kosten € 25. Een koffiezetapparaat wordt voor € 65 verkocht.
Hoeveel koffiezetapparaten moeten verkocht worden voor het break even punt? (Break-even punt = Geen winst, geen verlies = nettoresultaat € 0)
timer
2:00
Slide 15 - Open vraag
Huiswerk maken
afmaken paragraaf 5.4 + rekenen blz 152 vraag 1 tot en met 5