Klaar? Lezen in je leesboek of huiswerk voor een ander vak.
Slide 2 - Tekstslide
Oefentoets
Ga naar Learnbeat Paragraaf 1.7 Oefentoets voor je proefwerk
Ik kijk hem voor je na - staat na de les open om in te zien
timer
25:00
Slide 3 - Tekstslide
Kaartlezen
4 dingen nodig: Titel, schaal, legenda en noordpijl
Rekenen met de schaal:
1:200.000 = 1 cm : 200.000cm (-5 nullen)
1 cm = 200.000 cm = 2 km
Slide 4 - Tekstslide
Veranderen van schaalniveau
In- en uitzoomen doen we met behulp van schaalniveaus. Er zijn er vijf.
Lokale schaal = plaats
Regionale schaal = streek/provincie
Nationale schaal = land
Continentale schaal = landen/werelddeel
Mondiale schaal = wereld
Bedenk voor iedere schaal een voorbeeld. Begin bij je woonplaats.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe gebruik je de atlas?
4 belangrijke onderdelen:
Bladwijzer: hele werelddelen
Inhoudsopgave: titels
Topografisch register: plaatsen
Trefwoordenregister: onderwerpen
Slide 6 - Tekstslide
Hoe ziet een kaart in de atlas eruit?
Voorbeeld:
Aa 31, F5
31 = kaartblad F5 = kaartvak
In welk kaartvak ligt Algiers?
Algiers ligt in kaartvak D3
Slide 7 - Tekstslide
Coördinaten
Breedteligging: afstand tot de evenaar. 0-90 NB of ZB
Lengteligging: afstand tot de nulmeridiaan 0-180 OL of WL
Rio de Janeiro: 23 °ZB 43° WL
Slide 8 - Tekstslide
B110 Reliëf - Heel belangrijk!
Hoogteverschillen in het landschap = reliëf
Er zijn vier verschillende reliëfvormen:
hooggebergte: de meeste toppen zijn hoger dan 1.500 m.
middelgebergte: de meeste toppen zijn tussen de 500 en 1.500 m hoog.
heuvelland: de meeste toppen zijn tussen de 200 en 500 m.
laagland: het is vrijwel overal lager dan 200 meter.
Een gebied met weinig of geen reliëf is een vlakte. Als zo’n vlak gebied lager ligt dan 500 m, is het een laagvlakte. Boven de 500 m heet het een hoogvlakte of plateau
Slide 9 - Tekstslide
Bron: Verschillende soorten afstanden
Absolute afstand= de afstand die je meet lang een rechte lijn (hemelsbreed)
Relatieve afstand= de afstand die je meet in reistijd
Slide 10 - Tekstslide
Oefentoets
Ga naar Learnbeat Paragraaf 1.7 Oefentoets voor je proefwerk
Ik kijk hem voor je na - staat na de les open om in te zien