Pv tt en pv vt en voltooid deelwoord

Welkom! 
Ga op je telefoon naar: 
lessonup.app
Vul deze code in: 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Ga op je telefoon naar: 
lessonup.app
Vul deze code in: 

Slide 1 - Tekstslide

Ik ... (vinden)
PV TT

Slide 2 - Woordweb

Ik vind

Slide 3 - Tekstslide

Ik ... (vinden)
PV VT

Slide 4 - Woordweb

Ik vond
Sterk werkwoord (klank verandert)

Slide 5 - Tekstslide

Henk ... (fietsen)
PV TT

Slide 6 - Woordweb

Henk fietst
ik vorm + T

Slide 7 - Tekstslide

Henk ... (fietsen)
PV VT

Slide 8 - Woordweb

Henk fietste
Zwak werkwoord
Stam + de/te

Fiets'en = S zit  in 't ex fokschaap
Dus -TE

Slide 9 - Tekstslide

Henk ... (verven)
PV TT

Slide 10 - Woordweb

Henk verft
Ik-vorm + T

Slide 11 - Tekstslide

Henk ... (verven)
PV VT

Slide 12 - Woordweb

Henk verfde
Zwak werkwoord
Stam + de/te

Verv'en = V zit niet in 't ex fokschaap
Dus -DE

Slide 13 - Tekstslide

Planning
H1 afgerond (PV TT en VT)
H3 - Voltooid Deelwoord

Slide 14 - Tekstslide

H3 - Voltooid Deelwoord
Naast de PV staan er soms meer werkwoorden in de zin. 
Dit kan een Voltooid Deelwoord zijn. 
De PV is dan een vorm van zijn, hebben of worden

Wij zijn verhuisd, ik heb gefietst, hij wordt gered
verhuisd/gefietst/gered zijn hier het voltooid deelwoord.

Slide 15 - Tekstslide

Voltooid Deelwoord
Eindigt het voltooid deelwoord op een -n
- Schrijf het zo kort mogelijk (gelopen, gezien, gewonnen)

Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of -d?
- Verleng het woord (verhuisde, gefietste) 
- Of gebruik 't ex fokschaap

Slide 16 - Tekstslide

Jan heeft gezwommen.
Gezwommen =
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord

Slide 17 - Quizvraag

Marie heeft lekker uitgeslapen.
Uitgeslapen =
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord

Slide 18 - Quizvraag

Cato fietst graag.
fietst =
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de opdrachten van week 13.2 en 12 in Nieuw Nederlands.

Slide 20 - Tekstslide

Vragen?

Slide 21 - Woordweb