6.16 woordsoorten

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

6.16 woordsoorten

Na de verloren wedstrijd gingen alle spelers naar huis.
Wat voor woord is:
na

1. lidwoord
2. voorzetsel
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voegwoord

Na de verloren wedstrijd gingen alle spelers naar huis.
Wat voor woord is:
de

1. lidwoord
2. voorzetsel
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voegwoord

Na de verloren wedstrijd gingen alle spelers naar huis.
Wat voor woord is:
verloren

1. werkwoord
2. voorzetsel
3. voltooid deelwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Na de verloren wedstrijd gingen alle spelers naar huis.
Wat voor woord is:
wedstrijd

1. zelfstandig naamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. werkwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Na de verloren wedstrijd gingen alle spelers naar huis.
Wat voor woord is:
gingen

1. zelfstandig naamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. werkwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Na de verloren wedstrijd gingen alle spelers naar huis.
Wat voor woord is:
naar

1. telwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. persoonlijk voornaamwoord

Heb jij je gestolen fiets teruggevonden?
Wat voor woord is:
heb

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. lidwoord
4. voegwoord

Heb jij je gestolen fiets teruggevonden?
Wat voor woord is:
jij

1. bijvoeglijk naamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Heb jij je gestolen fiets teruggevonden?
Wat voor woord is:
je

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. zelfstandig naamwoord

Heb jij je gestolen fiets teruggevonden?
Wat voor woord is:
gestolen

1. werkwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Heb jij je gestolen fiets teruggevonden?
Wat voor woord is:
teruggevonden

1. voegwoord
2. werkwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. zelfstandig naamwoord

Zijn deze twee boeken van jou?
Wat voor woord is:
zijn

1. bezittelijk voornaamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. zelfstandig naamwoord

Zijn deze twee boeken van jou?
Wat voor woord is:
deze

1. voorzetsel
2. telwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. aanwijswoord

Zijn deze twee boeken van jou?
Wat voor woord is:
twee

1. bijvoeglijk naamwoord
2. voorzetsel
3. aanwijswoord
4. telwoord

Zijn deze twee boeken van jou?
Wat voor woord is:
boeken

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. voorzetsel
4. persoonlijk voornaamwoord

Zijn deze twee boeken van jou?
Wat voor woord is:
van

1. lidwoord
2. voorzetsel
3. persoonlijk voornaamwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Zijn deze twee boeken van jou?
Wat voor woord is:
jou

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. lidwoord
4. voorzetsel