In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Herhalen Hofstelsel en leenstelsel
4.2 en 4.3
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde van vroeger naar later?
A
Romeinen - Grote Volksverhuizingen - Franken
B
Franken - Grote Volksverhuizingen - Romeinen
C
Grote Volksverhuizingen - Franken - Romeinen
D
Franken - Romeinen - Grote Volksverhuizingen
Slide 2 - Quizvraag
Karel de Grote was koning van het
A
Frankische rijk
B
Germaanse rijk
C
Saksische rijk
D
Romeinse Rijk
Slide 3 - Quizvraag
Karel de Grote
A
Leenheer
B
Leenman
Slide 4 - Quizvraag
Vazal is een........?
A
Leenman
B
Leenheer
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Het leenstelsel is een ... systeem
A
politiek
B
juridisch
C
economisch
D
sociaal
Slide 8 - Quizvraag
Nummer 1 is de .... van nummer 2
A
Leenheer
B
Leenman
Slide 9 - Quizvraag
Leenstelsel is hetzelfde als hofstelsel.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
De agrarische samenging ontstond door
A
de val van het West-Romeinse Rijk
B
de val van het Oost-Romeinse Rijk
Slide 11 - Quizvraag
Agrarische samenleving is een samenleving waarin...
A
Alle mensen wonen in de stad en zijn ambachtslieden
B
Mensen zowel in de stad als op het platteland wonen
C
Bijna alle mensen boeren zijn en op het platteland wonen
Slide 12 - Quizvraag
Een zelfvoorzienende samenleving is een samenleving waarin men
A
Zelf kan bepalen wat men koopt
B
alles zelf maakt wat men nodig heeft
C
Zelf kan bepalen wat voor werk je doet
D
zelf gaat handelen in producten die de ze maken.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een domein?
A
het gebied van een horige
B
het gebied van een koning
C
het gebied van een halfvrije boer
D
het gebied van een edelman of klooster
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een domein?
A
een kleine nederzetting met landbouwgrond
B
een land met een centraal bestuur
C
een stad aan een handelsroute
D
een horige die werkt voor een heer
Slide 15 - Quizvraag
Wat hoort niet bij het hofstelsel?
Bij het hofstelsel.....
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd
Slide 16 - Quizvraag
Wat hoort niet bij het hofstelsel?
A
Het uitvoeren van herendiensten
B
Pacht betalen voor het land
C
Lange reizen maken voor handel
D
Een Standensamenleving
Slide 17 - Quizvraag
Het Hofstelsel is een ... systeem
A
politiek
B
juridisch
C
economisch
D
sociaal
Slide 18 - Quizvraag
standensamenleving
zij die bidden
zij die vechten
zij die werken
Slide 19 - Tekstslide
Geestelijkheid
Adel
Boeren
abt
horige
monnik
vechten
werken
bidden
herendienst
hofmeester
belasting
ridder
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
De Middeleeuwen
4.4 De verspreiding van het christendom over Europa
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Je ziet in deze slide de oorsprong van de namen voor Duitsland in de Engelse en Franse taal. De Engelsen spreken van Germany, afkomstig van het woord Germanen. De Fransen spreken van Alemagne, afkomstig van de stam van de Allemannen.
Slide 25 - Tekstslide
Clovis
Clovis was de stichter van het Frankische Rijk
Hij werd de eerste koning van het rijk, Clovis I
Zijn Rijk omvatte bijna heel Gallië
Slide 26 - Tekstslide
De Franken
Clovis was de eerste koning in de middeleeuwen die zich liet bekeren tot het Christendom (onder leiding van de paus van Rome).
Hij dreigde een veldslag tegen de Allemannen te verliezen. Hij had de God Wodan gesmeekt hem te helpen maar dat leverde niets op.
Zijn vrouw Clothilde was Christelijk, en daarom besloot hij zich toen maar tot de God van zijn vrouw te wenden. Clovis en de Franken wonnen de strijd en Clovis werd Christelijk.