VCA oefenvragen H8

• VCA
• MBO
• Studiejaar 1

H8

Er is een klasse C brand. Welke soort stoffen staan dan in brand?

1. Vaste stoffen
2. Gassen
3. Metalen

Wat is geen vaste stof?

1. Hout
2. Benzine
3. Papier
4. Textiel

Als het vlampunt hoger is dan 55 graden Celsius dan noemen we de stof brandbaar.

1. Waar
2. Niet waar

Zuurstof is een oxiderende stof.

1. Waar
2. Niet waar

Waarvoor staat de afkorting LEL?

1. Lower Explosion Level
2. Lower Explosion Limit
3. Level Explosion Limit
4. Limited Explosion Levels

Wat is niet nodig om een brand te laten ontstaan?

1. Brandstof
2. Zuurstof
3. Temperatuur
4. LEL

Wat betekent dit bord?

1. Explosiegevaarlijke stof
2. Explosiegevaarlijk werk
3. Explosiegevaarlijke omgeving

Elektriciteit kun je blussen met water.

1. Waar
2. Niet waar

Zand kan gebruikt worden als blusmiddel.

1. Waar
2. Niet waar

Wat doe je als eerste bij een brand?

1. 112 bellen
2. Jezelf in veiligheid brengen
3. Evacuatie uitvoeren
4. Blusmiddel pakken

Een klasse A brand ontstaat door:

1. Vaste stoffen
2. Gassen
3. Vloeistoffen
4. Hoog vlampunt

Een klasse B brand ontstaat door:

1. Gassen
2. Ontstaat spontaan
3. Vloeibare stoffen
4. In vloeistof veranderende stoffen

Een klasse C brand ontstaat door:

1. Gassen
2. Ontstaat spontaan

Wat moet je doen met iemand die brandwonden heeft?

1. Het slachtoffer in een blusdeken wikkelen.
2. Niets doen en wachten op hulp.
3. Even koelen met water en dan warm inpakken.
4. Direct onder lauw/koud water koelen.

Met welk blusmiddel kun je een vaste stof blussen?

1. Zand
2. Schuim
3. Water
4. Kooldioxide

Met een explosiemeter meet je:

1. LEL
2. UEL

De vlampunt van brandbare stoffen verschilt niet per stof.

1. Waar
2. Niet waar

Hoe lang dien je een brandwond te koelen met lauw water?

1. 5-10 minuten
2. 20-30 minuten
3. 10-20 minuten
4. Zo lang als mogelijk

Het is nooit de vloeistof zelf die brandt, maar de gassen boven de vloeistof.

1. Waar
2. Niet waar

Waarom mag je een lift niet gebruiken bij brand?

1. Die mag je wel gebruiken, want dan ben je sneller het pand uit.
2. Liften werken niet bij brand.
3. Je kunt bij een liftstoring vast komen te zitten.

Een blusdeken werkt zuurstof-afsluitend.

1. Waar
2. Niet waar

Voor het blussen van een brand in elektronische apparatuur gebruik je als blusmiddel koolstofdioxide.

1. Waar
2. Niet waar

Bluspoeder gebruik je bij het blussen van:

1. Vaste stoffen
2. Vloeistoffen
3. Gasbranden

De zelfontbrandings-temperatuur is de laagste temperatuur waarbij nog gassen vrijkomen. Daardoor kan er spontaan een brand ontstaan.

1. Waar
2. Niet waar