VCA hfd 8

VCA hfd 8
Deze les: 
- wat is er nodig voor brand?
- Explosiegrenzen
- Explosiegevaarlijke omgeving
- Blussen van een brand
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

VCA hfd 8
Deze les: 
- wat is er nodig voor brand?
- Explosiegrenzen
- Explosiegevaarlijke omgeving
- Blussen van een brand

Slide 1 - Tekstslide

De branddriehoek
Drie dingen nodig om iets te laten ontbranden: 

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld:
Je boek vliegt in brand. Wat heb je daarvoor nodig?
1. Ontstekingsenergie (lucifer)
2. Zuurstof
3. Brandbare stof (het boek)

Slide 3 - Tekstslide

Welke drie elementen heb je nodig om iets te laten ontbranden?

Slide 4 - Open vraag

Brandklassen
Klasse A: vaste organische stoffen (hout, papier, stof)
Klasse B: vloeibare stoffen (olie, benzine)
Klasse C:  brand van gas (methaan, acetyleen, propaan)
Klasse D: brand van metaal (Natrium, calcium, aluminium)

Slide 5 - Tekstslide

Je boek staat in brand, welke brandklasse is dit?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quizvraag

Je motor heeft olie gelekt, de olie is in brand gevlogen. Welke brandklasse?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quizvraag

Branden worden ingedeeld in brandklassen. Deze klassen houden rekening met:
A
De ruimte waarin de brand zich bevindt
B
De tijdsduur van de brand
C
De aard van de brandende stoffen
D
De hoeveelheid aanwezige zuurstof

Slide 8 - Quizvraag

Op een brandblusser staat een brandklassen-aanduiding B + C. Welke branden kun je hiermee blussen?
A
Alle soorten branden.
B
Brandende vloeistoffen en gasbranden.
C
Brandende vloeistoffen en metaalbranden.

Slide 9 - Quizvraag

Vlampunt en zelfontbrandingstemperatuur
De temperatuur waarbij de minimale hoeveelheid gas ontstaat, waardoor er een brand/explosie kan ontstaan is het vlampunt.

Zelfontbrandingstemperatuur: de laagste temperatuur waardoor er spontaan een brand ontstaat

Slide 10 - Tekstslide

Explosiemeter
Een explosiemeter is een persoonlijke monitor en meet de hoeveelheid brandbare gassen in de lucht. Je bent veilig als de explosiemeter op 10% van de LEL (Lower Explosion Limit) is ingesteld.

Slide 11 - Tekstslide

Met een explosiemeter meet je:
A
LEL
B
UEL

Slide 12 - Quizvraag

De explosiemeter gaat af. Wat betekent dit?
A
De meter is niet goed ingesteld
B
Er zitten te veel brandbare gassen in de lucht
C
Er zit meer dan 10% van de LEL in de lucht
D
Verlaat de ruimte

Slide 13 - Quizvraag

Explosiegevaarlijke omgeving
Er is kans op explosie bij:
Brandbare gassen/dampen
Vloeistoffen met laag vlampunt
Stofwolk

Slide 14 - Tekstslide

Hoe veilig werken?
Werkvergunning
PBM
Explosiemeter
Hou gevaar (en dus ook anderen) in de gaten --> gevaarlijk gedrag NIET toestaan!

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekent dit bord?
A
Gevaar voor explosie
B
Gevaar voor mijn ex
C
Gevaar voor expansie

Slide 16 - Quizvraag

Wat te doen bij brand?
Waarschuw mensen in de omgeving
Sluit ramen en deuren
Schakel machines uit
Sluit gaskranen af
Breng mensen in veiligheid
Blus de brand als je kan

Slide 17 - Tekstslide

Wat moet je als eerst doen bij een brand?
A
Let op je eigen veiligheid
B
waarschuw mensen in de omgeving
C
sluit ramen en deuren
D
bel de brandweer

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Wat moet je doen bij een brandwond?

Slide 20 - Open vraag