Dagdeel 2 gesprekstechnieken

Communicatie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ehboHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

welke technieken gebruik jij al? of van welke technieken heb jij al eens gehoord?

Slide 2 - Woordweb

Gevoelsreflectie
Actief luisteren is niet alleen horen, maar juist aan de ander teruggeven dat er wordt geluisterd, door een reactie te geven.

"Actief luisteren is een manier van luisteren waarbij je in je reactie het gevoel of de behoefte van de ander verwoordt".

Gevoelsreflectie dus!

Slide 3 - Tekstslide

Pas hier voor op
Reacties als 'dat kan ik me goed voorstellen' of 'ik begrijp wat je bedoelt', zijn goed, maar ook wat beperkt.

Het kan onecht overkomen, want wie zegt dat je de ander echt goed begrijpt?

Om duidelijk te maken dat je iets écht begrijpt en écht voor kunt stellen, kun je het beste in je reactie het gevoel of de behoefte van de ander verwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Cliënt Pien (LVB) verkeert in onzekerheid of zij naar een ander gezinshuis moet verhuizen. Ze zegt tegen jou als beroepskracht MZ: 'Als ik moet verhuizen naar dat andere stomme gezin, dan hoeft het voor mij allemaal niet meer'.

Hoe reageer jij op deze opmerking van Pien?
A
Kop op hoor! Het heeft geen zin om bij de pakken neer te gaan zitten. Het valt straks vast mee.
B
Zo denk je er nu over, maar ik weet zeker dat je er straks anders over denkt.
C
Ik begrijp wat je bedoelt.
D
Je ziet er erg tegenop om te verhuizen. Wat lijkt je daar zo erg aan?

Slide 5 - Quizvraag

Mevr. de Jager verkeert in onzekerheid of zij naar een verpleeghuis moet verhuizen. Ze zegt tegen jou als beroepskracht MZ: 'Als ik moet verhuizen naar een verpleeghuis, hoeft het voor mij allemaal niet meer'.

Hoe reageer jij op deze opmerking van mevr. de Jager?
A
Kop op hoor! Het heeft geen zin om bij de pakken neer te gaan zitten hoor. Het valt straks vast mee.
B
Zo denkt u er nu over, maar ik weet zeker dat u er straks anders over denkt.
C
Ik begrijp wat U bedoelt.
D
U ziet er erg tegenop om te verhuizen. Wat lijkt u daar zo erg aan?

Slide 6 - Quizvraag

We beginnen met LSD.
Waar staat LSD voor denk je?
A
Luisteren, Sussen, Denken
B
Laten gaan, Storen, Doen
C
Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
D
Laten gaan, Samenvatten, Dromen

Slide 7 - Quizvraag

Neem LSD

  • Luisteren 
  • Samenvatten
  • Doorvragen  

Slide 8 - Tekstslide

Gesprekstechniek 2 OMA

Waar staat 'Laat OMA thuis' voor denk je?
A
Oordelen, Maskers, Afvragen
B
Oordelen, Meningen, Aannamen
C
Oorzaken, Macht, Afschieten
D
Oorzaken, Meningen, Allesreiniger

Slide 9 - Quizvraag

Laat OMA thuis 

  • Oordelen
  • Meningen
  • Aannamen  

Slide 10 - Tekstslide

Gesprekstechniek 3 ANNA

Waar staat 'Neem ANNA mee' voor denk je?
A
Altijd Navragen, Nooit (zomaar) Aannemen
B
Altijd Nee zeggen, Nooit Afzeggen

Slide 11 - Quizvraag

Neem ANNA mee 

  • Altijd Navragen 
  • Nooit (zomaar) Aannemen 

Slide 12 - Tekstslide

Gesprekstechniek 4 NIVEA

Waar staat 'Smeer NIVEA' voor denk je?
A
Nooit Inzien Van Elke Aanname
B
Niet invullen Voor Een Anna
C
Niet Invullen Voor Een Ander
D
Nooit Inzetten Voor Een Ander

Slide 13 - Quizvraag

Smeer NIVEA

  • Niet 
  • Invullen 
  • Voor
  • Een 
  • Ander 

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen! - werkvorm + learnbeat

Slide 15 - Tekstslide

Werkvorm
  • Zoek een foto uit je fotogalerij uit. 
  • Loop rond en zoek een partner (wanneer de docent stop zegt).
  • Bepaal wie A en wie B is. 

A: verteld over zijn/haar foto, B vat om de 20 seconden samen en vraagt door. B doet ook minimaal 2 keer een gevoelsreflectie.

Slide 16 - Tekstslide

Canvas 
Voorbereiding, verdieping en checking gesprekstechnieken II

Slide 17 - Tekstslide