Nu Nederlands taalverzorging 1.2

• Nederlands
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 5

Nu Nederlands taalverzorging 1.2

Lesdoel

Aan het eind van de les kun je:

• Het onderwerp herkennen in de zin.
• Weet je of je het enkelvoud of meervoud moet gebruiken.

Herhaling

Persoonsvorm

De persoonsvorm kun je op 2 manieren vinden:

1. De zin vragend maken de persoonsvorm komt vooraan te staan.
2. De persoonsvorm verandert als je de zin in een andere tijd zet. Wanneer gaat Ben naar zijn stagebedrijf.            Wanneer ging Ben naar zijn stagebedrijf.

Welke vraag gebruik je om het onderwerp te vinden in een zin?

Onderwerp

Om de persoonsvorm goed te kunnen spellen of schrijven moet je weten of het enkelvoud of meervoud is. Hiervoor kijk je of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Het onderwerp van de zin vind je met de vraag:

wie/wat + de persoonsvorm

Welke zin is goed?

1. De musea is tijdens de museumnacht geopend
2. De musea zijn tijdens de museumnacht geopend.

Welke zin is goed?

1. De ouders van Luuk werkt elk weekend.
2. De ouders van Luuk werken elk weekend.

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Op de werkvloer verdelen de monteurs de taken onderling.

1. werkvloer
2. verdelen
3. monteurs
4. taken

Wat is het onderwerp in deze zin:
Op de werkvloer verdelen de monteurs de taken onderling.

1. werkvloer
2. verdelen
3. de monteurs
4. taken

Maken

Opdracht 1, 2 en 3 blz. 274