In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Doel van 5.5
Je weet dat spieren sterker worden door bewegen en sporten.
Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid.
Slide 2 - Tekstslide
Conditie
Als je regelmatig beweegt bouw je een betere conditie op.
Dat noem je ook wel je uithoudingsvermogen. Je houdt het sporten langer vol.
Slide 3 - Tekstslide
Coordinatie
Door voldoende beweging verbetert de coördinatie.
Dat betekent dat alle spieren in het lichaam tegelijkertijd goed worden aangestuurd.
Slide 4 - Tekstslide
Spierpijn
Spierpijn is nodig om spieren sterker te maken.
Bij het sporten krijg je kleine beschadigingen op de spieren die het lichaam weer maakt. Je lichaam maakt het daarna ook wat sterkter voor de zekerheid = meer kracht!
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
RSI
Repetitive strain injury.
Een blessure die ontstaat door iets heel vaak te doen. Veel mensen die aan een computer zitten te werken met een muis hebben hier last van.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Doel van 5.6
Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en waarom deze belangrijk is.
Slide 10 - Tekstslide
Lichaamshouding
De manier waarop je staat of zit. Een verkeerde lichaamshouding geeft rugpijn en/of nekpijn
- goede lichaamshouding heeft de wervelkolom een dubbele-S-vorm
Slide 11 - Tekstslide
Dubbele S
Bij een goede lichaamshouding heeft de wervelkolom een:
dubbele-S-vorm
Slide 12 - Tekstslide
Zithouding
Bij een goede zithouding:
1. Wervelkolom in de dubbele-S-vorm
2. Voeten plat op de grond
3. Maken je onderbenen en bovenbenen een rechte hoek (90°)
4. Rust je rug tegen de leuning van je stoel
Slide 13 - Tekstslide
Zithouding
5. maken je bovenarmen en onderarmen een rechte hoek
6. buigt je nek niet, je houdt je nek recht
Slide 14 - Tekstslide
Heb jij op dit moment een goede zithouding? Boos = Nee, tot aan Blij = Ja
😒🙁😐🙂😃
Slide 15 - Poll
Slide 16 - Video
Aan de slag
Bekijk eerst de filmpjes.
LEES 4.5 en 4.6 in je leesboek en MAAK de opdrachten.