Paragraaf 5: Prinsjesdag

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Economie

Paragraaf 5: Prinsjesdag

Deze les

• Leerdoelen
• Opdrachten nakijken
• Uitleg
• Opdrachten maken  

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat Prinsjesdag is: Wanneer en wat wordt er besproken.
• Je kunt uitleggen wat de Miljoenennota is en waar deze uit bestaat. 

Opdracht 15a: Alle mensen die werken betalen belasting.

1. Juist
2. Onjuist

Opdracht 15b: Je moet zelf de belasting over je inkomen aan de overheid betalen.

1. Juist
2. Onjuist

Opdracht 15c: Btw betaal je aan de winkel. Deze betaalt hem door aan de overheid.

1. Juist
2. Onjuist

Opdracht 15d: Over sommige producten die je koopt, betaal je accijnzen.

1. Juist
2. Onjuist

Opdracht 16a. Wat betekent de afkorting BTW

Antwoord: Belasting over toegevoegde waarde.

Opdracht 16c: Aan wie betaal je de BTW?

1. Overheid
2. Winkelier
3. Consument
4. Docenten

Opdracht 16d: Verdient een winkel iets aan BTW? Leg je antwoord uit.

Opdracht 17a: Welk bedrag moet de klant betalen?

1. €9,99
2. €1,73
3. €8,26

Opdracht 17b. Hoeveel is het BTW percentage?

1. 0%
2. 9%
3. 21%

Opdracht 17c: Hoeveel is het Btw-bedrag in euro's?

1. €9,99
2. €1,73
3. €8,26

Opdracht 17d: Hoeveel moest de klant betalen als hij geen BTW moet betalen?

1. €9,99
2. €1,73
3. €8,26

Opdracht 18: Hieronder zie je drie (3) voorbeelden van hoe de prijs van tabak, alcohol en benzine is samengeteld (zijn geen actuele prijzen) Wat valt je op?

Wat weten we al van Prinsjesdag

Even op een rijtje

• Prinsjesdag - Derde dinsdag van September
• Hoe staat Nederland ervoor
• Wat zijn de plannen voor Nederland
• Rijksbegroting en Miljoenennota 

Wat valt je op aan de Miljoenennota?

Opdrachten maken 

Ga aan de slag met opdracht 19 t/m 22

Zelfstandig --> muziek mag

Samenwerken --> de persoon die langs je zit

Maar eerst! - 3 minuten stilte!