W5 - Lezen en argumenteren - les 3+begin 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Lezen en Argumenteren

Ik kan verschillende soorten argumentatieschema's herkennen

Ik kan verschillende soorten drogredenen herkennen en benoemen

Ik kan feitelijke en waarderende argumenten onderscheiden

Lezen en Argumenteren

Ik kan een tekstdoel en tekstsoort herkennen en benoemen

Ik kan de hoofdgedachte van een tekst formuleren

Ik kan uiteenzettende, beschouwende en betogende teksten herkennen

Ik kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken

Ik kan verschillende tekstverbanden benoemen

Ik kan een tekst in verschillende delen opdelen en deze benoemen

Drogredenen

‘O, dus je mag tegenwoordig niks meer verdienen?’

'Straks durft nooit meer een ondernemer in een gat te springen, want dan eindigt hij met alle kritiek nog onder de zoden.’

‘Alsof er geen ergere dingen op de wereld zijn.’

‘Het is ook echt zo'n vroeg­oud koorknaapje!’

‘Wat hij deed, is niet strafbaar hoor!’

Drogredenen

‘O, dus je mag tegenwoordig niks meer verdienen?’  - stropop

'Straks durft nooit meer een ondernemer in een gat te springen, want dan eindigt hij met alle kritiek nog onder de zoden.’ - Pimwin (Godwin)

‘Alsof er geen ergere dingen op de wereld zijn.’  - whataboutism

‘Het is ook echt zo'n vroeg­oud koorknaapje!’ - ad hominem

‘Wat hij deed, is niet strafbaar hoor!’ - ad legis

Theorie lezen

Hoofdstuk 6.3 (blz. 205)

Hoofdstuk 6.4 (blz. 209)

Oefenen

Hoofdstuk 6.3 opdracht 4 en 5 (blz. 207 e.v.)

Hoofdstuk 6.4 opdracht 5 t/m 10 (blz. 213 e.v. )

Hoofdstuk 2.5, opdracht 2 (blz. 82-85)

Het antwoord van vraag 2 van opdracht 5 van blz. 208

1. Autoriteit
2. Kenmerken
3. Voorbeelden
4. Voor- en nadelen

Het antwoord van vraag 4 van opdracht 5 van blz. 208

1. Autoriteit
2. Eigenschappen
3. Vergelijking
4. Voorbeelden

Huiswerk

Hoofdstuk 6.3 opdracht 4 en 5 (blz. 207)

Hoofdstuk 6.4 opdracht 5 t/m 10 (blz. 207-208)

Lezen en Argumenteren

Ik kan verschillende soorten argumentatieschema's herkennen

Ik kan verschillende soorten drogredenen herkennen en benoemen

Ik kan feitelijke en waarderende argumenten onderscheiden

Oefenen

Hoofdstuk 2.7, opdracht 1 en 2 (blz. 97 t/m 99)

Diagnostische toets (deze ligt klaar bij de balie van het werkplein van Nederlands óf je surveillant heeft hem meegenomen) 

Opdracht 4 van paragraaf 6.3

1 Standpunt: Je kunt dit ivoor ook gebruiken om een legale, door de overheid gecontroleerde, ivoormarkt te creëren.

Argumenten: Aan de ene kant wordt het stropen veel minder aantrekkelijk, omdat de prijzen door de legale markt gedrukt zullen worden. Aan de andere kant krijgt de overheid de beschikking over financiële middelen waarmee de opsporing van stropers verbeterd kan worden. Daarnaast kan in de betrokken landen een ivoorverwerkende industrie worden opgezet waarvan de eigen inwoners kunnen profiteren.



2 D voor- en nadelen

Opdracht 5

1 B eigenschappen

   C argumentatie op basis van oorzaak en gevolg

2 B kenmerken

3 A autoriteit

   C oorzaak en gevolg

4 D voorbeelden

Opdracht 5

1 Ik merk helemaal niets van de opwarming van de aarde. De zogenaamde geleerden die het daar niet mee eens zijn, moeten eerst maar eens met overtuigend bewijs komen.

Ontduiken van de bewijslast en persoonlijke aanval

2 Met het oefenen van veel examens schiet niemand iets op, want het maken van veel examens heeft weinig rendement.

Cirkelredenering

3 Als je nu niet met ons meegaat naar Rome, dan kun je de stad nooit meer in volle glorie zien.

Onjuist beroep op het voor- of nadelenschema: vals dilemma

4 Het getuigt bepaald niet van enige intelligentie om zo klakkeloos te geloven wat de regering heeft verklaard.

Bespelen van het publiek

5 Het is ondoenlijk om bij het voetbal zuivere speeltijd in te voeren. Grote sportzenders als Fox en Ziggo vinden dat ook.

Onjuist beroep op het autoriteitsschema

6 - Ik vind een kerstboom tijdens de feestdagen erbij horen.

- Ik wist niet dat jij zo weinig voor het milieu overhebt.

Vertekenen van het standpunt

Opdracht 6

D Ontduiken van de bewijslast

‘Laten kattenliefhebbers maar aantonen dat het niet erg is.’

Opdracht 7

B Onjuist beroep op het voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- of nadelen

‘Anything goes. In een wirwar van schotten bewegen toeschouwers zich alsof de wereldkampioenschappen in de weg lopen zijn begonnen.’

Opdracht 8

A Bespelen van het publiek

‘De sensatie van het aanraken en ruiken van een boek die bij elk boek weer anders is, wil je toch niet missen!’

D Onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking

‘Dat contact is soms prettig en inspirerend, soms wat tegenvallend of muf, maar ja, zo zijn wij mensen toch ook, soms prettig, soms onhandig, soms nuffig en soms zelfs heel vervelend, zoals mensen die er schijnbaar een genoegen in scheppen om andermans passie voor iets of iemand af te serveren als ouderwets.’

Opdracht 9

1 C Onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking

‘Ik heb Max Verstappen zijn bezigheden nooit horen verdedigen met de bewering dat de lucht in Monaco te schoon zou zijn, of dat het in Spanje onverdraaglijk stil zou zijn zonder Formule 1.’ 


2 D Vertekenen van het standpunt

‘Wanneer gaan jagers nu eens gewoon eerlijk zeggen dat ze houden van de geur van bloed en van uitdovend leven? Dat ze zich machtig voelen als ze kunnen beschikken over leven en dood door te schieten op een wezen dat niet terug kan schieten?’

Opdracht 10

1 C Onjuist beroep op het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie

‘Hij noemt een geval waarbij de politie zaken bewust verzweeg. Zoals Oudejaarsnacht in 2015 in het Duitse Keulen, toen honderden vrouwen werden aangerand. De politie bracht in eerste instantie niet naar buiten dat onder de verdachten asielzoekers waren. Waarom zou de politie nu wel de waarheid spreken?’

2 A Onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking

‘Waarom is het twijfelen aan een politieverklaring een complottheorie, en is de bewering dat de Russen de Amerikaanse verkiezingen hebben beïnvloed dat niet?’