Week 12 - les 2 - gram Z H4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vandaag

• Grammatica H4
• Vragen over fictieopdracht 2?
• Week 15 - vrijdag 16 april: formatieve toets gram Z H1 t/m 6
• 
  

Fictieopdracht 2

• Vragen?
• Fictie niet presenteren, maar filmen en dit opsturen. Inleverdatum: 18 april. Zorg dat je in je filmpje alle punten benoemt die je moet maken!
  
• Stuur je samenvatting apart mee

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Heeft de zin een lv?
Het jongetje pakt snel het grootste koekje.

1. Ja
2. Nee

Wat is het lijdend voorwerp: In deze scheurkalender kun je elke week een leuk feitje lezen.

Maak een zin (min. 4 woorden) met het werkwoord schrijven. Er staat een lijdend voorwerp in de zin!

Maak een zin (min. 4 woorden) met het werkwoord opeten. Er staat een lijdend voorwerp in de zin!

Maak een zin met de gegeven zinsdelen in de volgorde die is aangegeven. Mevrouw Snoeij - pv/wg - lv - wg

In welke zin staan de zinsdelen goed?

1. Soms/ rijdt /mijn broer/ met zijn scooter/ door een rood licht.
2. Soms/ rijdt/ mijn broer/ met/ zijn scooter /door/ een rood licht.
3. Soms/ rijdt/ mijn/ broer /met/ zijn /scooter /door/ een/ rood/ licht.
4. Soms/ rijdt/ mijn/ broer met zijn /scooter door /een rood licht.

Zet streepjes tussen de zinsdelen: In een pantserwagen voerden de agenten enkele demonstranten af.

Zet streepjes tussen de zinsdelen: Ik heb de hele dag al trek in patat.

Heeft elke zin een lijdend voorwerp?

1. Ja
2. Nee

Maak een zin met een lijdend voorwerp. Zet erachter wat het lijdend voorwerp is

Vragen over grammatica z. H4?

• Maak je werkdoelen af (ook spelling!).
• Lees in je leesboek.
• Werk aan je fictieopdracht.