4. Politieke stromingen

Politieke stromingen
Overige stromingen 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Politieke stromingen
Overige stromingen 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een politieke stroming? 
Een politieke stroming is een geheel van ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven. 

We behandelen 5 stromingen:
Liberalisme, sociaal-democratie, christen-democratie, ecologische en rechts-extremistische + het populisme

Slide 2 - Tekstslide

Liberalisten 
Belangrijkste waarde : Vrijheid en eigen verantwoordelijkheid

je leven zelf inrichten zoals jij wil --> Persoonlijke vrijheid

Weinig regels voor de economie--> economische vrijheid 

Passieve rol van de overheid: zo min mogelijk bemoeien met de mensen

Slide 3 - Tekstslide

Liberalisten en hun Economische vrijheid 
Particulier initiatief



Deregulering


Vrijemarkt economie 


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Sociaal democraten 

Gelijkwaardigheid en solidariteit zijn belangrijke waarden.

Actieve rol van de overheid: mensen helpen die niet voor zichzelf kunnen zorgen

Meer gelijkheid tussen mensen
 (ook in lonen)

Slide 6 - Tekstslide

Overige stromingen 
Christen-democraten 
Ecologische stroming
Rechts-extremisten 
Populisme 

Slide 7 - Tekstslide

Christen-democraten 
Het Christelijke geloof en de bijbel als uitgangspunten
naastenliefde is het allerbelangrijkste --> elkaar helpen.

God heeft de aarde geschapen dus je moet er zorgvuldig mee omgaan.
CDA en ChristenUnie zijn christendemocraten.

Slide 8 - Tekstslide

Rechts-extremisme
Waarden: 
  • eigen volk is het best (superioriteit)
Doel: 
  • opkomen voor eigen mensen/volk
 Komt vooral op voor: 
  • eigen (blanke) mensen.
Rol van de overheid: 
  • één sterke leider.
  • anti-democratisch
Partij: NVU 
Pegida = protest/ stroming, geen partij in Nederland

Slide 9 - Tekstslide

Ecologische stroming 
Waarden: 
  •  Natuur en milieu beschermen
Doel: 
  • Milieuvriendelijk consumeren en produceren
  • mentaliteitsverandering realiseren
Komt vooral op voor:
  • bedrijven en organisaties die klimaatneutraal werken
  • Organisaties die milieuvriendelijke innovaties ontwikkelen 
Rol van de overheid:
  • actief, de overheid heeft een grote rol. 

Partijen: GroenLinks, PVDD
maar ook D66 en de CU zien milieu als een belangrijk politiek thema

Slide 10 - Tekstslide

Populisme
Een politiek waarbij mensen vinden dat er eenvoudige oplossingen zijn voor voor grote maatschappelijke problemen die het volk bezighouden. Een deel van het volk is bang dat de eigen nationale cultuur verdwijnt. Populisten vinden dat de politieke leiders meer naar het volk moeten luisteren.
Populistische politici worden soms in korte tijd heel populair. Maar als later blijkt dat ze hun beloftes niet kunnen waarmaken, raken zij die populariteit snel weer kwijt. Enkele jaren later komt er dan weer een andere populistische partij die opnieuw de mooiste beloftes doet.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welke politieke stroming wordt door deze cartoon bekritiseerd?
A
Liberalisme
B
Populisme
C
Sociaal-democratie
D
Christendemocratie

Slide 13 - Quizvraag

vrijheid
gelijkheid
Liberalisme staat voor:

Slide 14 - Sleepvraag

Welke politieke stroming is voor ingrijpen van de overheid in de economie?
A
Liberalisme
B
Christendemocratie
C
Sociaaldemocratie
D
Ecologisme

Slide 15 - Quizvraag

Deze stroming zegt dat ze luisteren naar de ''wil van het volk''
A
Ecologisme
B
Rechts-extremisme
C
Populisme

Slide 16 - Quizvraag

"burgers moeten voor elkaar zorgen" is een standpunt van
A
de sociaal-democraten
B
de liberalen
C
de christen-democraten
D
de rechts-extremisten

Slide 17 - Quizvraag

'Deregulering' betekent:
A
verzorgingsstaat
B
grondrechten
C
minder landelijke regels
D
normvervaging

Slide 18 - Quizvraag

Welke politieke stroming past bij PARTICULIER INITIATIEF als oplossing?
A
sociaal democraten
B
christen democraten
C
liberalen
D
populisten

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag H4
- Pak een marker of een stift en markeer de belangrijkste begrippen en zinnen in je tekstboek. Lees zorgvuldig. Dit helpt!

'Wat lees ik nou eigenlijk?'
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide