In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.2: overige stromingen
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag:
- Terugblik: Vorige les
- Uitleg Nationalisme/ Ecologische stroming.
(GL ook: Extremisme/populisme)
- Maken opdrachten H4
- Bespreken
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Slide 3 - Tekstslide
Wat vinden sociaal-democraten belangrijk?
Slide 4 - Open vraag
Wat is een voorbeeld van een Sociaal-Democratische partij?
A
FvD
B
VVD
C
PvdA
D
PVV
Slide 5 - Quizvraag
Wat vinden Liberalen belangrijk?
Slide 6 - Open vraag
Liberalen komen vooral op voor de:
A
Ondernemers
B
Gezinnen
C
Mensen met weinig geld
D
Mensen met minder kansen
Slide 7 - Quizvraag
Liberale stroming
persoonlijke vrijheid: eigen keuzes
eigen verantwoordelijkheid
economische vrijheid: overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met bedrijven en de economie
overheid moet rechtsstaat beschermen: politie en het leger zijn daarvoor belangrijk. Ook zwaardere straffen voor criminelen
sociaal liberaal
Slide 8 - Tekstslide
Sociaaldemocratische stroming
gelijkheid: gelijke kansen voor iedereen
actieve overheid; zorgen voor de kwetsbaren en verkleinen verschillen arm en rijk
internationale solidariteit: andere landen helpen
Slide 9 - Tekstslide
Christendemocratische stroming
Bijbelse waarden als naastenliefde en geloof
harmonie en samenwerken
rentmeesterschap: aarde van God geleend daar moeten we goed voor zorgen
gespreide verantwoordelijkheid: burgers en organisaties zelf problemen oplossen.
overheid zorgt voor openbare orde en kwetsbare groepen helpen
Slide 10 - Tekstslide
4.2: overige stromingen
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Nationalisme
vaderlandsliefde
onafhankelijk zijn (geen EU of VN)
zelfbestuur: zoveel mogelijk zelf regelen
tegen immigratie
Slide 13 - Tekstslide
ecologische stroming
natuur en milieu moeten worden beschermd
duurzaamheid belangrijker dan economische groei bijvoorbeeld minder vlees eten en plastic gebruiken
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Wat is het verschil tussen activisme en extremisme?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Video
extremisme (GT)
superioriteitsgevoel: ene volk is beter dan het andere
verspreiden vaak haat/angstberichten
Vinden geweld gebruiken ok.
willen samenleving veranderen op een ondemocratische manier
Zijn er extremistische partijen in Nederland?
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
populisme (GT)
Geen stroming maar meer een stijl van politiek.
wil van het volk
simpele oplossingen voor ingewikkelde problemen
vaak nationalistische standpunten
sterke en charismatische leider
Slide 20 - Tekstslide
GL Maken:
Blz 49: opdracht 10/11/12
Blz 50: opdracht 15
Blz 54/55 examenvragen.
Bespreken
timer
1:00
Slide 21 - Tekstslide
Extra quizvragen KGT
Slide 22 - Tekstslide
Waar hoort gelijkwaardigheid bij?
A
christen-democratie
B
liberalisme
C
sociaal-democratie
Slide 23 - Quizvraag
Christen-democratie komt vooral op voor...
A
... gezinnen met kinderen
B
... mensen met weinig geld
C
... werkende burgers
D
... een actieve overheid
Slide 24 - Quizvraag
''Wij willen armoede bestrijden. We willen een structurele verhoging van tien procent van het wettelijk minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen. Ook zouden gemeenten meer mogelijkheden moeten krijgen om armoede onder kinderen te bestrijden.'' Waar past deze uitspraak het best bij?
A
Christen-democraten
B
Sociaal-democraten
C
Liberalisme
D
Extreem-rechts
Slide 25 - Quizvraag
Wat is een belangrijke kenmerk van het socialisme?
A
Kleine overheid
B
Gelijkheid
C
Opkomen voor de rijkeren
D
één belangrijke leider
Slide 26 - Quizvraag
Welke waarde vinden de christen-democraten belangrijk?
A
Gelijkheid
B
Naastenliefde
C
Vrijheid
D
Duurzaamheid
Slide 27 - Quizvraag
Deze stroming wil een actieve overheid en wil ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaal-democratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie
Slide 28 - Quizvraag
Lees de tekst.
Welke politieke stroming past het beste bij de tekst?
A
de christendemocratische stroming
B
de liberale stroming
C
de sociaaldemocratische stroming
D
de rechts-extremistische stroming
Slide 29 - Quizvraag
Wat hoort niet bij het liberalisme?
A
Kleine overheid
B
actieve overheid
C
Veel geld naar veiligheid
D
Particulier initiatief
Slide 30 - Quizvraag
sociaal-democraten
liberalen
extreem-rechts
christen-democraten
opkomen voor de zwakkeren
willen minder regels
nationalisme
gespreide verantwoordelijkheid
Slide 31 - Sleepvraag
"We moeten in Nederland denken aan de volgende generaties door aan een duurzame wereld te werken." Bij welke stroming hoort deze uitspraak?
A
Sociaal-democratische stroming
B
Christen-democratische stroming
C
Ecologische stroming
D
Liberale stroming
Slide 32 - Quizvraag
Welke stroming? voor een respectvolle omgang met dieren en tegen megastallen. voor méér natuur en tegen de jacht.
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Ecologisme
D
Rechts-extremisme
Slide 33 - Quizvraag
Bedrijven die gehandicapten aannemen als werknemers krijgen een vergoeding.
Bij welk uitgangspunt van politieke stromingen past dit?
A
Rentmeesterschap
B
Vrijemarkteconomie
C
Opkomen voor de zwakkeren
D
Gelijkheid
Slide 34 - Quizvraag
Met het idee van 'gespreide verantwoordelijkheid' bedoelen christendemocraten dat de verantwoordelijkheid
A
gedeeld wordt door overheid, burgers en maatschappelijke organisaties
B
gedeeld wordt door alle politieke partijen
C
bij individuele burgers ligt
D
niet bij de overheid ligt
Slide 35 - Quizvraag
De overheid beslist om het makkelijker te maken om uitkeringen te krijgen.