Quiz PRDI Leerjaar 1

Welk woord hoort bij: "het totaal aan vraag (vacature) en aanbod (werkzoekenden) op het gebeid van werk
A
Arbeidsbemiddeling
B
Recruitment
C
Vacaturesites
D
Arbeidsmarkt
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welk woord hoort bij: "het totaal aan vraag (vacature) en aanbod (werkzoekenden) op het gebeid van werk
A
Arbeidsbemiddeling
B
Recruitment
C
Vacaturesites
D
Arbeidsmarkt

Slide 1 - Quizvraag

Wat is het doel van arbeidsbemiddeling?
A
Vacatures vervullen en werkzoekenden aan jouw uitzendbureau verbinden
B
Opdrachtgevers en werkzoekenden aan het werk helpen
C
Opdrachtgevers en werkzoekenden aan jouw uitzendbureau verbinden
D
Vacatures vervullen en werkzoekenden aan het werk helpen

Slide 2 - Quizvraag

Welke doelgroep wordt geholpen door de gemeentelijke socialde dienst?
A
Uitzendbureau
B
Detacheringsbureau
C
Het UWV
D
Re-integratiebureau

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een voordeel van werknemers zoeken via een uitzendbureau?
A
Het werkt snel en efficiënt
B
Je hoeft er als werkgever zelf weinig voor te doen
C
Je het als werkgever geen juridische verplichtingen t.o.v. de uitzendkracht
D
Alle drie zijn juist

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noem je iemand die via het uitzendbureau ergens werkt NIET?
A
Flexkracht
B
Werknemer
C
Uitzendkracht
D
Flexwerker

Slide 5 - Quizvraag

Wat doe je als je aan acquisitie doet?
A
Het interviewen van werkzoekenden
B
Het bellen met vaste klanten
C
Het werven van klanten
D
Het plaatsen van uitzendkrachten

Slide 6 - Quizvraag

Flexkracht plaatsen bij opdracht-gever
Flexkrachten voorstellen bij opdracht-gever
Vacature uitzetten
Opdracht-gever werven

Slide 7 - Sleepvraag

Bij werving en selectie komt de werkzoekende direct in dienst bij de opdrachtgever
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Benoem 3 taken van een intercedent

Slide 9 - Open vraag

Klik 2 voordelen van methodisch werken aan
A
Je bent niet controleerbaar
B
Je levert zo constante kwaliteit
C
Je werk kan makkelijk worden overgenomen
D
Je kunt hierdoor zelfstandig werken

Slide 10 - Quizvraag

Waar is het stappenplan intake een voorbeeld van?
A
Methodisch werken
B
Werving en selectie
C
Detachering
D
Arbeidsbemiddeling

Slide 11 - Quizvraag

Welke vier soorten werkzaamheden doet de intercedent?
A
Werven, Bemiddelen, Beoordelen en Administratie
B
Werven, Bemiddelen, Begeleiden en Ontslaan
C
Werven, Bemiddelen, Begeleiden en Administratie
D
Werven, Bemiddelen, Beoordelen en Ontslaan

Slide 12 - Quizvraag

Wie is de klant van de intercedent?
A
Werkgevers
B
Werkzoekenden
C
Werkgevers en werkzoekenden
D
Werkgevers, werk-zoekenden en het UWV

Slide 13 - Quizvraag

Noem 3 soorten gesprekken die de intercedent in zijn werk voert

Slide 14 - Open vraag

Wat is ongeveer 55% van de communicatie?
A
Woorden
B
Stem
C
Lichaamstaal
D
Non verbale communicatie

Slide 15 - Quizvraag

E-in vragen zijn vragen die niets te maken hebben met het doel van het gesprek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Waarom kun je tijdens een gesprek het beste in de koetsiershouding zitten?
A
Je kunt het gesprek dan controleren
B
Je hebt een open / uitnodigende houding
C
Je kunt het gesprek snel beëindigen
D
Je neemt de leiding in het gesprek

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor soort interview hanteert de intercedent bij intakegesprekken meestal?
A
Gestructureerd
B
Semigestructureerd
C
Open
D
Geen van deze drie

Slide 18 - Quizvraag

Wat zet je NIET in om uitzendkrachten te werven voor een vacature?
A
Social media
B
Vacaturesites
C
Raamposters
D
TV reclame

Slide 19 - Quizvraag

Een organisatie is een samenwerkingsverband tussen mensen die samen een doel willen behalen door samen te werken, met functies, middelen en een taakverdeling
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Medewerkers vormen de ........... van de organisatie
A
Input
B
Throughpout
C
Output

Slide 21 - Quizvraag