Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Chapitre 6 - Vergelijkingen
Les comparaisons
"Ik ben intelligenter dan Obélix"
"Ik ben sterker dan Astérix"
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les comparaisons
"Ik ben intelligenter dan Obélix"
"Ik ben sterker dan Astérix"
Slide 1 - Tekstslide
Na deze les kun je:
- het bijvoeglijk naamwoord aanpassen in de zin
- Een vergelijking maken in het Frans
- de vergelijkingen "aussi que" "moins que" en "plus que" in de zin gebruiken
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
1
2
3
1
2
3
1
1
2
3
2
3
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Vergelijking:
meer dan
Vergelijking:
evenveel als
Vergelijking:
minder dan
moins ... que
aussi ... que
plus (bijv. nw) que
Slide 6 - Sleepvraag
Welke Franse zin is de correcte vertaling?
Die kat is kleiner dan een hond
A
Ce chat est plus petit qu'un chien
B
Ce chat est plus petite qu'un chien
C
Ce chat est aussi petit qu'un chien
D
Ce chat est moins petit qu'un chien
Slide 7 - Quizvraag
Ton T-shirt est [groter dan] ton pantalon. Vul alleen de vertaling van [groter dan] in
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Net zoals "goed" een uitzondering is: niet "goeder" maar "
beter
"
Slide 10 - Tekstslide
Die boeken zijn beter dan die films
A
Ces livres sont plus mieux que ces films
B
Ces livres sont meilleurs que ces films
C
Ces livres sont aussi mieux que ces films
D
Ces livres sont plus meilleures que ces films
Slide 11 - Quizvraag
Geen flauw idee meer hoe het zat met het bijvoeglijk naamwoord?
Hierna volgen een paar slides met daarin extra uitleg, neem ze goed door.
Slide 12 - Tekstslide
Hoofdregel
e
Voorbeelden:
le petit garçon (de kleine jongen)
les petit
s
garçons (de kleine jongens)
la petit
e
fille (het kleine meisje)
les petit
es
filles (de kleine meisjes)
Slide 13 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord
Par exemple:
un
grand
homme
une
grand
e
femme
deux
grand
s
hommes
deux
grand
es
femmes
Slide 14 - Tekstslide
Uitzondering (1)
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een -e?
Dan hoeft er geen extra -e bij als het vrouwelijk is!
Bijvoorbeeld
:
Le pantalon est
rouge
La jupe est
rouge
Slide 15 - Tekstslide
Uitzondering (2)
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord als op een -s?
Dan hoeft er bij het mannelijk meervoud geen extra -s bij!
Bijvoorbeeld:
Le cabriolet est
gris
Les cabriolets sont
gris
Slide 16 - Tekstslide
Bijzondere vormen.
Leer deze vormen uit het hoofd:
Slide 17 - Tekstslide
Emma is KLEINER dan Lucas
A
plus grand que
B
moins grande que
C
plus petite que
D
moins grand que
Slide 18 - Quizvraag
Lucas en Arthur zijn GROTER dan Pauline
A
plus grand que
B
plus grand qu'
C
plus grandes que
D
plus grands que
Slide 19 - Quizvraag
Lucas is KLEINER dan Arthur
A
plus petit que
B
plus petit qu'
C
plus petits que
D
plus petite que
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
est - plus - mon meilleur ami - intelligent - ma soeur - que
Slide 22 - Open vraag
néerlandaise - ma copine - sportive - que - est - moins - moi
Slide 23 - Open vraag
En verder oefenen
oef 15 en 16 blz 58-60
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les comparaisons
Mei 2020
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Vergelijkingen klas 3
Mei 2022
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les comparaisons
Maart 2020
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les comparaisons
Maart 2020
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les comparaisons
November 2023
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
La semaine 21 (24 - 28 mai)
Mei 2021
- Les met
34 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
L'adjectif qualificatif
April 2021
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Unité 5: overtreffende en vergelijkende trap
September 2022
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3