Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les comparaisons
Les comparaisons
"Ik ben intelligenter dan Obélix"
"Ik ben sterker dan Astérix"
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les comparaisons
"Ik ben intelligenter dan Obélix"
"Ik ben sterker dan Astérix"
Slide 1 - Tekstslide
Na deze les kun je:
- het bijvoeglijk naamwoord aanpassen in de zin
- Een vergelijking maken in het Frans
- de vergelijkingen "aussi que" "moins que" en "plus que" in de zin gebruiken
- de uitzondering van "bon" [=goed / lekker] in het Frans vormen
Slide 2 - Tekstslide
Hoe maak je een vergelijking
in het NL?
Geef voorbeelden
Slide 3 - Woordweb
Noem voorbeelden
van bijvoeglijk nw
in het Nederlands.
Slide 4 - Woordweb
Noem voorbeelden van
bijvoeglijk naamwoorden
in het Frans
Slide 5 - Woordweb
1
2
3
1
2
3
1
1
2
3
2
3
Slide 6 - Tekstslide
Vergelijking:
meer dan
Vergelijking:
evenveel als
Vergelijking:
minder dan
moins ... que
aussi ... que
plus (bijv. nw) que
Slide 7 - Sleepvraag
Welke Franse zin is de correcte vertaling?
Die kat is kleiner dan een hond
A
Ce chat est plus petit qu'un chien
B
Ce chat est plus petite qu'un chien
C
Ce chat est aussi petit qu'un chien
D
Ce chat est moins petit qu'un chien
Slide 8 - Quizvraag
Ton T-shirt est [groter dan] ton pantalon. Vul alleen de vertaling van [groter dan] in
Slide 9 - Open vraag
Net zoals "goed" een uitzondering is: niet "goeder" maar "
beter
"
Slide 10 - Tekstslide
Die boeken zijn beter dan die films
A
Ces livres sont plus mieux que ces films
B
Ces livres sont meilleurs que ces films
C
Ces livres sont aussi mieux que ces films
D
Ces livres sont plus meilleures que ces films
Slide 11 - Quizvraag
En nu oefenen:
Faire: exercices 31 + 32 [CH. 6] , online of in wb B[ blz 70+71]
Let op:
als je het in je wb maakt, lever dan een foto in via classroom. Op die manier kan ik je voorzien van feedback.
Prêt(e)(s)? lire: texte 4+ 5 +6 du "
leesbundel
"
Slide 12 - Tekstslide
Geen flauw idee meer hoe het zat met het bijvoeglijk naamwoord?
Hierna volgen een paar slides met daarin extra uitleg, neem ze goed door.
Slide 13 - Tekstslide
Hoofdregel
e
Voorbeelden:
le petit garçon (de kleine jongen)
les petit
s
garçons (de kleine jongens)
la petit
e
fille (het kleine meisje)
les petit
es
filles (de kleine meisjes)
Slide 14 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord
Par exemple:
un
grand
homme
une
grand
e
femme
deux
grand
s
hommes
deux
grand
es
femmes
Slide 15 - Tekstslide
Uitzondering (1)
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een -e?
Dan hoeft er geen extra -e bij als het vrouwelijk is!
Bijvoorbeeld
:
Le pantalon est
rouge
La jupe est
rouge
Slide 16 - Tekstslide
Uitzondering (2)
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord als op een -s?
Dan hoeft er bij het mannelijk meervoud geen extra -s bij!
Bijvoorbeeld:
Le cabriolet est
gris
Les cabriolets sont
gris
Slide 17 - Tekstslide
Bijzondere vormen.
Leer deze vormen uit het hoofd:
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les comparaisons
Mei 2020
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Vergelijkingen klas 3
Mei 2022
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Chapitre 6 - Vergelijkingen
Juni 2022
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les comparaisons
Maart 2020
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les comparaisons
November 2023
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
La semaine 21 (24 - 28 mai)
Mei 2021
- Les met
34 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
L'adjectif qualificatif
April 2021
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Les 41 (14-05)
Mei 2024
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2