Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Lesdoel: vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd die een -t of een -d in de infinitief hebben. De stam eindigt op een -d of een -t
Lesdoel: vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd die een -t of een -d in de infinitief hebben. De stam eindigt op een -d of een -t
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Basisschool
Groep 8
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lesdoel: vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd die een -t of een -d in de infinitief hebben. De stam eindigt op een -d of een -t
Slide 1 - Tekstslide
Kun je een voorbeeld geven van een werkwoord met een -d of een -t in de infinitief?
Slide 2 - Open vraag
Hoe worden die werkwoorden vervoegd?
Branden
Ik brand
Jij/zij/hij/het/men brandt MAAR brand jij EN brandt zij/hij/het
Wij/jullie/zij branden
Slide 3 - Tekstslide
Bas..............(vinden) dat niet ok.
A
vindt
B
vind
C
vint
Slide 4 - Quizvraag
............(snijden) U de taart?
A
snijd
B
snijt
C
snijdt
D
snijden
Slide 5 - Quizvraag
...........(schelden) jij hem uit?
A
scheldt
B
schelt
C
scheld
Slide 6 - Quizvraag
Jij.............(schelden) hem uit.
A
scheld
B
scheldt
C
schelt
Slide 7 - Quizvraag
...........(bloeden) het heel erg?
A
Bloed
B
Bloedt
C
Bloeden
Slide 8 - Quizvraag
............(bloeden) jij heel erg?
A
bloed
B
bloedt
C
bloet
Slide 9 - Quizvraag
Jij.............(bloeden) erg.
A
Bloed
B
Bloedt
C
Bloet
Slide 10 - Quizvraag
..........(worden) hij morgen 18?
A
word
B
wordt
Slide 11 - Quizvraag
De gebiedende wijs
Is hetzelfde als bij de andere werkwoorden. Je hebt 2 opties:
1. stam
2. U vorm = stam + t
Rijd een beetje rustig!
Rijdt U een beetje rustig
Slide 12 - Tekstslide
.........(branden) je hand niet!
A
brant
B
brandt
C
brand
Slide 13 - Quizvraag
.............(rijden) u een beetje rustig!
A
rijd
B
rijdt
Slide 14 - Quizvraag
Ik snap hoe de vervoeging van de tegenwoordige tijd van werkwoorden met een -d of een -t in de infinitief gaan
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 15 - Poll
Wat heb je deze les geleerd?
Wat ging er goed? Wat kun je beter doen?
Slide 16 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Werkwoordspelling
Maart 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
Juni 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
September 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
November 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
stam - inf - ott
September 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
Juli 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
De tegenwoordige tijd
Februari 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
H3, les 1 wwspelling tt, vt vdw, gebiedende wijs, Engelse werkwoorden en bijvoeglijk gebruik vdw
September 2021
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3