Chapter 2: Prepositions 2 + debat

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welcome!

Take a look at the checklist. We will continue after the timer has run out.

Checklist:

- Put your book & notebook on the table;

- Join the LessonUp;

- Go read about Prepositions (p. 104) & exchange each other's homework story.

Exchange your homework with a classmate

Let's discuss some!

Put your name on it & hand it in.

Today's plan

• Homework;
• The Big Preposition Debate;
• Taalportfolio.

Goal: Aan het einde van deze les kun je...

- Analyseren welk voorzetsel klopt;

- Uitleggen waarom dit het geval is.

Homework check

Homework:

opdr. 29b, 30 (H), 29b, 31a (V);

Prepositions of time and place

in / on / at

The Big Preposition Debate

• Vandaag in teams debatteren over welke prepositie juist is in een reeks zinnen.
• Elk team moet niet alleen de juiste keuze maken, maar ook uitleggen waarom hun antwoord klopt.
• Uiteraard, in het Engels, dus bereid je goed voor!

Uitleg

• Elk team krijgt 3 minuten voorbereidingstijd om hun keuze en argumenten te bespreken. Ze bedenken:

1. Welke prepositie klopt?
2. Waarom? Welke grammaticale regel gebruiken ze om dit te onderbouwen?

Tip: Maak aantekeningen in steekwoorden en neem die mee.

Voorbeeld

Voorbeeld argumentatie:

Zin: "I was born ___ 2005."

Correcte keuze: "in."

Uitleg: "We gebruiken ‘in’ voor jaren, zoals in 2005, 1999 of 2010."

Het debat

• Fase 1: Het team presenteert hun antwoord en argumentatie. Dit duurt maximaal 1 minuut.

• Fase 2: Een ander team krijgt de kans om tegenargumenten te geven (als ze denken dat het fout is) of het antwoord verder aan te vullen. Dit duurt maximaal 1 minuut.

Zinnen:

1. "He finished his homework ___ the last minute before the deadline."
2. "The exam is ___ the 10th of May, ___ 9:00 AM."
3. "The dog is sleeping ___ the carpet ___ the living room."
4. "We’ll meet ___ the bus stop that’s located ___ the corner of High Street."
5. "The keys are ___ the counter, not ___ the drawer."
6. "He left his phone ___ the train when he got off ___ the station."
7. "I arrived ___ the airport ___ the morning, but my flight was delayed ___ the afternoon."
8. "I left my umbrella ___ the bus ___ a rainy morning."
9. "They got married ___ a sunny day ___ May, ___ the beach."

Bedenk extra zinnen met ontbrekende preposities en die als uitdaging voor de rest van de klas presenteren.

Vragen ter reflectie:

1. Hoe vond je het om op deze manier aan de slag te zijn met de grammatica? Waarom?
2. Zijn voor jouw gevoel de lesdoelen behaald? Licht dit toe.

Lesdoelen: - Analyseren welk voorzetsel klopt;

- Uitleggen waarom dit het geval is.

Let's get to work!

Ga naar je online boek, Hoofdstuk 2 en gebruik 'Slim Stampen' om de grammatica te oefenen.

Goal: Aan het einde van deze les kun je...

- Analyseren welk voorzetsel klopt;

- Uitleggen waarom dit het geval is.

Gimkit.com/join