Communicatie met de zorgvrager - les 4 module 1 hfst 2

Sova 2022-2023  
Communicatie met de zorgvrager
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sova 2022-2023  
Communicatie met de zorgvrager

Slide 1 - Tekstslide

Communicatie

Slide 2 - Woordweb

Een mail schrijven is een vorm van:
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 3 - Quizvraag

Jij vertelt aan een vriend wat je dit weekend gaat doen. Van welke vorm van communicatie is dan sprake?
Verbale of non-verbale communicatie?
A
Verbaal
B
Non-verbaal

Slide 4 - Quizvraag

Wat is je referentiekader?
A
Aanbeveling van je vorige werkgeven
B
De bril waardoor jij de wereld ziet

Slide 5 - Quizvraag

Waardoor wordt jouw referentiekader gevormd?
A
opvoeding, vrienden, je stemming, je geloof
B
opvoeding, je opleidingsniveau, je geloof, je stemming

Slide 6 - Quizvraag

Hoe laat is het?

Is een voorbeeld van een:
A
gerichte vraag
B
reflecterende vraag
C
motiverende vraag
D
retorische vraag

Slide 7 - Quizvraag

Hebben we er zin in vandaag?

Is een voorbeeld van een:
A
gerichte vraag
B
reflecterende vraag
C
motiverende vraag
D
retorische vraag

Slide 8 - Quizvraag

Neem ANNA mee staat voor:

Slide 9 - Open vraag

Smeer NIVEA staat voor:

Slide 10 - Open vraag

'Wat vindt u van deze afdeling?' is een voorbeeld van een:
A
Gesloten vraag
B
Open vraag
C
Suggestieve vraag
D
Reflectieve vraag

Slide 11 - Quizvraag

Communicatiestijlen

Slide 12 - Tekstslide

Lees in het boek de kenmerken van de vier stijlen en de voorbeelden. 
Blz. 38-45
blz 39 t/m 43:

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke stijl past bij jou en waarom?

Slide 15 - Open vraag

Machtsverschillen in de zorg.

Slide 16 - Tekstslide

Ongelijkwaardige relatie in de zorg
Ongelijkheid in de zorg tussen zorgvrager en verzorgende heeft de volgende aspecten

1. Functionele relatie 
2. Rollen zijn onomkeerbaarheid 
3. Vrijheid vs. gebondenheid 
4. Deskundigheid vs ondeskundigheid
5. Geslotenheid vs openheid 
6. Onafhankelijkheid vs. afhankelijkheid 
7. Macht vs. onmacht. 
Jij en de zorgvrager: een ongelijkwaardige relatie

Slide 17 - Tekstslide

Functionele relatie
Je contact met de zorgvrager is functioneel, omdat je het contact aangaat vanuit je functie. Het is een relatie die is aangegaan met een bepaald doel. De zorgvrager gaat deze relatie met jou aan om hulp te krijgen of om beter te worden. Deze relatie is geen vrijwillige keuze van de zorgvrager. 
                    

Slide 18 - Tekstslide

Onomkeerbaarheid 
Je contact met de zorgvrager is functioneel, omdat je het contact aangaat vanuit je functie. 
                    Functionele relatie

Bijvoorbeeld: Jij verzorgt Mevrouw Janssen, maar Mevrouw Janssen zal jou nooit verzorgen! 

Slide 19 - Tekstslide

Vrijheid tegenover gebondenheid
Een zorgvrager is afhankelijk van de hulp die de zorgorganisatie biedt, jij bent dat niet.

Bijvoorbeeld: Jij trekt na je werk de deur achter je dicht, de zorgvrager blijft daar achter. 


Slide 20 - Tekstslide

Deskundigheid tegenover ondeskundigheid. 
Als verzorgende oefen je een beroep uit, als zorgvrager niet. 

De zorgvrager: 
- Verwacht steun, begrip of een oplossing van de verzorgende 
- Kan zich overgelaten voelen aan de deskundigen en is dus wantrouwend. 
- Kan al zijn/haar vertrouwen gevestigd hebben op de zorg. 

Slide 21 - Tekstslide

Geslotenheid tegenover openheid
Zorgvragers uiten hun ervaringen en gevoelens terwijl de verzorgende dat niet of heel weinig doet. 


Bedenk je altijd goed dat: 
- Openheid van de zorgvrager goed is! 
- Vertrouwelijk omgaan met de informatie van of over de zorgvrager. 
- Houdt jezelf op de achtergrond (openheid van een verzorgende is niet gewenst) 
- De zorgvrager zijn/haar behoeften staan altijd centraal

Slide 22 - Tekstslide

Onafhankelijkheid vs. afhankelijkheid 
De zorgvrager is afhankelijk van jou, jij bent niet afhankelijk van de zorgvrager. 



Het is lastig om afhankelijk van iemand te zijn. 
Het wordt soms ervaren als onmacht. 
Wanneer zorgvragers geïrriteerd of prikkelbaar zijn,
nors reageren of gauw boos worden dan kan dit komen 
door het gevoel van onafhankelijkheid. 

Slide 23 - Tekstslide

Macht vs. onmacht 
In de relatie met zorgvragers heb jij als verzorgende de meeste macht. Deze macht heb je door: 
- Het gezag van de organisatie, waarvan jij deel uitmaakt 
- Jouw speciale deskundigheid waarvan de zorgvrager afhankelijk is. 
- De mogelijkheid om beloning en straf toe te passen. 

Macht kun je ook misbruiken: 
- Onbegrijpelijke vaktermen gebruiken om indruk te maken 
- Zorgvragers mijden die je niet mag. 
- De afhankelijkheid van de zorgvrager vergroten door over te nemen wat iemand eigenlijk zelf nog kan
- Onnodig zorgvragers laten wachten. 

Slide 24 - Tekstslide

Bedenk een situatie waarin er sprake is van machtsmisbruik

Slide 25 - Open vraag

Lees: de aandachtspunten voor communicatie bij het 
opbouwen van een gelijkwaardige relatie blz 47-48

Slide 26 - Tekstslide

Ga aan de slag .....
Verwerkingsopdrachten: 
Communicatie in de zorg
Communicatie met de zorgvrager
Verwerkingsopdrachten 1 t/m 4

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Neem indien nog niet gedaan de theorie door van hoofdstuk 2 
blz. 49 tm 59

Moeilijke woorden noteer je en zoek je op

Slide 29 - Tekstslide

Afstand en nabijheid
Hoe houd je de balans tussen professionele afstand bewaren en de zorgvrager nabijheid laten ervaren ?
Op welke punten kun je als professional letten ?

Slide 30 - Open vraag

Wat is gedrag?

Slide 31 - Open vraag

Stadia van gedragsverandering

Slide 32 - Woordweb

Motivatie .... de soorten motivatie

Slide 33 - Open vraag

Basisprincipes motiverende gespreksvoering

Slide 34 - Woordweb

Onderhandelen op een open en respectvolle manier kan in veel gevallen bijzondere resultaten geven.



Jij en de zorgvrager zijn probleemoplossers, geen tegenstanders.
Het doel is een doelgericht, verstandig resultaat.
Blijf de zorgvrager zien als mens, los van het probleem.
Blijf vriendelijk voor de zorgvrager tijdens het onderhandelen, maar pak het probleem stevig aan.
Probeer het belang van de zorgvrager te achterhalen. Wat zit er achter zijn vraag? Waarom wil hij iets per se? Kun je dat wat hij wil ook nog op andere manieren bereiken?
Stel geen grenzen, onderzoek eerst alle mogelijkheden en denk niet meteen in termen als 'dat kan niet'.
Bedenk samen met de zorgvrager meerdere oplossingen en kies pas later een oplossing uit.
Probeer samen met de zorgvrager objectieve criteria te formuleren over het probleem.
Geef zelf argumenten, maar luister ook goed naar de argumenten van de zorgvrager. Geef toe als de argumenten van de zorgvrager inhoudelijk beter zijn dan die van jou.








Slide 35 - Tekstslide

Uitgangspunten open onderhandelen

  • Jij en de zorgvrager zijn probleemoplossers, geen tegenstanders.
  • Het doel is een doelgericht, verstandig resultaat.
  • Blijf de zorgvrager zien als mens, los van het probleem.
  • Blijf vriendelijk voor de zorgvrager tijdens het onderhandelen, maar pak het probleem stevig aan.
  • Probeer het belang van de zorgvrager te achterhalen. Wat zit er achter zijn vraag? Waarom wil hij iets per se? Kun je dat wat hij wil ook nog op andere manieren bereiken?

  • Stel geen grenzen, onderzoek eerst alle mogelijkheden en denk niet meteen in termen als 'dat kan niet'.
  • Bedenk samen met de zorgvrager meerdere oplossingen en kies pas later een oplossing uit.
  • Probeer samen met de zorgvrager objectieve criteria te formuleren over het probleem.
  • Geef zelf argumenten, maar luister ook goed naar de argumenten van de zorgvrager. Geef toe als de argumenten van de zorgvrager inhoudelijk beter zijn dan die van jou.








Slide 36 - Tekstslide

stadia van gedragsverandering

Slide 37 - Woordweb

Zoek uit wat motiverende gespreksvoering is, welke basisprincipes hierbij horen.

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide

begrijp je de theorie ?
Maak de digitale opdracht– “begrijp je de theorie“ module 1 communicatie in de zorg


Slide 40 - Tekstslide