valentie + ontleden + zelf zinnen maken

Wat doen we vandaag? 
  • werkwoordspellingopfrisser
  • leerdoelen 
  • valentie + ontleden oefenen 
  • zelf zinnen maken met gegeven zinsdelen  
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag? 
  • werkwoordspellingopfrisser
  • leerdoelen 
  • valentie + ontleden oefenen 
  • zelf zinnen maken met gegeven zinsdelen  

Slide 1 - Tekstslide

TEGENWOORDIGE TIJD
Als er een moord (worden) (plegen)
op iemand uit de onderwereld (weten)
je bijna zeker dat die zal worden (wreken).

Slide 2 - Open vraag

VERLEDEN TIJD
De veulens die vrolijk (hinniken) in de rondte (galopperen), (werden) door de (lachen) kinderen (aaien).

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen 
- Ik kan uitleggen wat 'valentie' is.

- Ik kan uitleggen hoeveel 'rollen' een werkwoord heeft.
- In een zin met één werkwoord kan ik uitleggen hoeveel rollen dat werkwoord heeft.
- Met behulp van de rollen die een werkwoord heeft in een zin, kan ik uitleggen hoeveel zinsdelen die zin heeft.




Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 
- Ik kan uitleggen wat redekundig ontleden is.

- Ik kan de volgende zinsdelen herkennen in een zin: persoonsvorm, onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling.
- Ik kan zelf zinnen maken met bovenstaande zinsdelen. 










Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen - wat heb je eraan? 
  • Je begrijpt beter hoe de Nederlandse taal is opgebouwd en dat zorgt ervoor dat je minder fouten maakt bij het formuleren van zinnen.
  • Je weet waarschijnlijk meer over de taal dan jouw ouders ;)











Slide 6 - Tekstslide

Hoe kom je erachter hoeveel 'rollen' een werkwoord heeft?

Slide 7 - Open vraag

Hoeveel rollen heeft het werkwoord 'gooien'?
A
1
B
2
C
3

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel rollen heeft het werkwoord 'geven'?
A
1
B
2
C
3

Slide 9 - Quizvraag

Ontleed onderstaande zin. Zoek eerst de pv, benoem het aantal rollen en zoek daarna: ow, wg, lv, mv en bwb.

De lieve, oude vrouw opent haar dure, rommelige winkeltje iedere dinsdagochtend om negen uur.

Slide 10 - Open vraag

Ontleed onderstaande zin. Zoek eerst de pv, benoem het aantal rollen en zoek daarna: ow, wg, lv, mv en bwb.

De koorddanser geeft tijdens eerste kerstdag een duur cadeau aan de grappigste clown van het circus.

Slide 11 - Open vraag

Zelf zinnen maken met zinsdelen
Maak een zin met daarin een persoonsvorm, een onderwerp en een bijwoordelijke bepaling. 

  • stap 1: bedenk een werkwoord met één rol -> lopen
  • stap 2: bedenk een invulling voor die ene rol -> oma 
  • stap 3: bedenk een bijwoordelijke bepaling (tijd of plaats) -> op de stoep. 
  • stap 4: schrijf de zin op: Oma loopt op de stoep. 

Slide 12 - Tekstslide

Maak een zin met daarin:
een persoonsvorm;
een onderwerp;
en een bijwoordelijke bepaling.

Slide 13 - Open vraag

Maak een zin met daarin:
een persoonsvorm;
een onderwerp;
en een lijdend voorwerp.

Slide 14 - Open vraag

Maak een zin met daarin:
een persoonsvorm;
een onderwerp;
een lijdend voorwerp;
en een bijwoordelijke bepaling.

Slide 15 - Open vraag

Toets
H3A: donderdag 12 januari, blok 2
H3B: woensdag 11 januari, blok 2

Slide 16 - Tekstslide