Welk stuk/woord is overbodig? In het buitenland eet ik graag lekker koude ijsjes.
Slide 7 - Open vraag
Welk stuk/woord is overbodig? Terwijl ik door de natte regen naar huis fietste, kreeg ik een lekke band.
Slide 8 - Open vraag
Tautologie
Je gebruikt twee woorden die exact hetzelfde uitdrukken. Soms is een tautologie ´geaccepteerd´, omdat we hem al lang zo gebruiken.
Ik kom vast en zeker langs.
Hij heeft veel last van dealers, zoals bijvoorbeeld gisteravond.
Slide 9 - Tekstslide
Welk stuk/woord is dubbel? Johan komt altijd steeds te laat.
Slide 10 - Open vraag
Wat is er dubbel? In eerste instantie had ik er in het begin nogal moeite mee.
Slide 11 - Open vraag
Wat is een voorbeeld van een tautologie?
A
Hij gaat zeker en vast verliezen vandaag.
B
Hij heeft geen idee wat hij moet doen.
C
Roos is altijd en eeuwig te laat.
D
Hij heeft die ronde bal een schop gegeven.
Slide 12 - Quizvraag
Pleonasme / tautologie
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
- Maak taak 7 op bladzijde 67.
- Straks volgt instructie over taak 8.
Slide 14 - Tekstslide
Contaminatie
Slide 15 - Tekstslide
Contaminatie
Een contaminatie is een foute combinatie van woorden:
Ik heb die scooter van Patrick overgekocht.
overgenomen of gekocht
Soms wordt een contaminatie zo vaak gebruikt dat hij geaccepteerd wordt, bijvoorbeeld 'nachecken' (nakijken of checken) en 'uitprinten' (uitdraaien of printen).
Slide 16 - Tekstslide
Even oefenen, waar zit de fout?
Is alles zorgvuldig uitgeselecteerd?
Ik weet echt niet hoe duur zoiets kost.
Ik ga dit even uitprinten.
Slide 17 - Tekstslide
Welk woord is een contaminatie?
A
overblijven
B
uitdrukkingen
C
nachecken
D
langzaam treuzelen
Slide 18 - Quizvraag
Welk woord is een contaminatie
A
Opschrijven
B
Optelefoneren
C
Uitademen
D
Aanvechten
Slide 19 - Quizvraag
Overnieuw
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie
Slide 20 - Quizvraag
terugretourneren
A
contaminatie
B
dubbele ontkenning
C
goed
Slide 21 - Quizvraag
Contaminatie
Tautologie
Pleonasme
Eigenschap van een woord wordt ten onrechte benadrukt.