230907 spelling §2 + lezen §1.2

Welkom H1e!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom H1e!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Stil lezen 
  • Lezen §1 - woordraadstrategieën
  • Huiswerk spelling nakijken
  • Spelling §2 verder oefenen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Ik ken 8 verschillende woordraadstrategieën.

Ik kan in een zin benoemen welke woordraadstrategie ik heb gebruikt.

Slide 3 - Tekstslide

We bekijken een filmpje

Slide 4 - Tekstslide

Een synoniem is:
A
Legt in meerdere woorden de betekenis van een woord uit.
B
Hetzelfde woord, maar met een andere betekenis (bank - bank)
C
Een ander woord, maar met dezelfde betekenis (individueel - alleen)
D
Het tegenovergestelde van wat een woord betekent (donker - licht)

Slide 5 - Quizvraag

Als ik de betekenis van een moeilijk woord moet vinden, dan...
A
sla ik dat woord over en begrijp ik de tekst iets minder goed.
B
lees ik de zin ervoor en erna extra goed door.

Slide 6 - Quizvraag

De oud-voetballer Arjan Robben woont nu in een riante villa, maar hij groeide op in een veel kleiner huis.
A
Synoniem
B
Omschrijving
C
Voorbeeld
D
Tegenstelling

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht
Opdracht:
Maak opdracht 4 en 5 van lezen §1 (blz. 10) in je schrift.

Hoe: Alleen, maar je mag vragen stellen
Nodig: Schrift + pen + werkboek
Klaar: Maak ook opdracht 6
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Pauze
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Stil lezen 
  • Lezen §1 - woordraadstrategieën
  • Huiswerk spelling nakijken
  • Spelling §2 verder oefenen
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk bespreken

We kijken opdracht 1 t/m 3 van spelling §2 (blz. 246) na.


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1 + 2

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 3


Bij het-woorden schrijven we de lange vorm (het leuke feest). Gebruik ik een onbepaald lidwoord (een) bij een het-woord dan schrijf ik de korte vorm (een leuk feest).



Bij de-woorden gebruik ik altijd de lange vorm (de mooie schoen - een mooie schoen).

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoel spelling §2
  • Ik kan de korte en lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord schrijven.

  • Ik kan stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden spellen.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Opdracht:
Maak opdracht 4 t/m 6 (blz. 246) in je schrift.

Hoe: Alleen, maar je mag vragen stellen
Nodig: Schrift + pen + werkboek
Klaar: Heb je lezen §1 (blz. 10) opdracht 4 + 5 al af?
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les:
  • Verder met spelling §3
  • Verder met lezen §1

Huiswerk:
Spelling §2: opdracht 4 t/m 6
Lezen §1: opdracht 4+5

Slide 16 - Tekstslide