Over taal blok 3; tweelingfouten, opvulwoorden en stopwoorden - hv2a

Over taal blok 3; tweelingfouten, opvulwoorden en stopwoorden - hv2a

Doelen:
*Je weet wat tweelingfouten zijn en kunt het juiste woord in de zin kiezen.
*Je weet wat opvulwoorden zijn.
*Je weet wat stopwoorden zijn.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Over taal blok 3; tweelingfouten, opvulwoorden en stopwoorden - hv2a

Doelen:
*Je weet wat tweelingfouten zijn en kunt het juiste woord in de zin kiezen.
*Je weet wat opvulwoorden zijn.
*Je weet wat stopwoorden zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Tweelingfouten
Wat heb je nodig om een tweelingfout te kunnen maken?
Twee woorden die in vorm of betekenis heel erg op elkaar lijken.


Slide 2 - Tekstslide

Tweelingfouten
Wat heb je nodig om een tweelingfout te kunnen maken?
Twee woorden die in vorm of betekenis heel erg op elkaar lijken.

Voorbeelden:
leggen - liggen
kennen - kunnen
rede - reden

Slide 3 - Tekstslide

Tweelingfouten
Wat heb je nodig om een tweelingfout te kunnen maken?
Twee woorden die in vorm of betekenis heel erg op elkaar lijken.

Voorbeelden:                                                                        Maar ook:
leggen - liggen                                                                    mits - tenzij
kennen - kunnen                                                                als - dan
rede - reden                                                                          omdat - doordat

Slide 4 - Tekstslide

Die tv is groter ...... die van ons.
A
als
B
dan

Slide 5 - Quizvraag

Mijn cijfer is even goed ...... het jouwe.
A
als
B
dan

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Vul in:
Zij ...... wel verdwaald zijn.
A
kennen
B
kunnen
C
ken
D
kan

Slide 8 - Quizvraag

Vul in:
Misschien snap je het nu net zo goed ...... ik.
A
als
B
dan

Slide 9 - Quizvraag

Vul in:
Blijf alsjeblieft van ...... telefoon af!
A
me
B
mijn

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Opvulwoorden vs. stopwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Doelen:
*Je weet wat tweelingfouten zijn en kunt het juiste woord in de zin kiezen.
*Je weet wat opvulwoorden zijn.
*Je weet wat stopwoorden zijn.

Slide 14 - Tekstslide


Mededeling

Slide 15 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
Je maakt in de online leeromgeving van Over taal blok 3 opdr. 1, 2, 3, 4 en 5 (vwo maakt ook opdr. 6).

Hiervoor ga je naar Magister > Leermiddelen > Op niveau, 2 havo/vwo > Blok 3 > Over taal > 3.11 en 3.12.

Slide 16 - Tekstslide