Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Blok 3 - Over taal - tweelingfouten, opvulwoorden en stopwoorden
Blok 3 - tweelingfouten, opvulwoorden en stopwoorden, blz. 134/135
Doelen:
*Je weet wat tweelingfouten zijn en kunt het juiste woord in de zin kiezen.
*Je weet wat opvulwoorden zijn.
*Je weet wat stopwoorden zijn.
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
5 videos
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Blok 3 - tweelingfouten, opvulwoorden en stopwoorden, blz. 134/135
Doelen:
*Je weet wat tweelingfouten zijn en kunt het juiste woord in de zin kiezen.
*Je weet wat opvulwoorden zijn.
*Je weet wat stopwoorden zijn.
Slide 1 - Tekstslide
Tweelingfouten
Wat heb je nodig om een tweelingfout te kunnen maken?
Twee woorden die in vorm of betekenis heel erg op elkaar lijken.
Slide 2 - Tekstslide
Tweelingfouten
Wat heb je nodig om een tweelingfout te kunnen maken?
Twee woorden die in vorm of betekenis heel erg op elkaar lijken.
Voorbeelden:
leggen - liggen
kennen - kunnen
rede - reden
Slide 3 - Tekstslide
Tweelingfouten
Wat heb je nodig om een tweelingfout te kunnen maken?
Twee woorden die in vorm of betekenis heel erg op elkaar lijken.
Voorbeelden:
Maar ook:
leggen - liggen mits - tenzij
kennen - kunnen als - dan
rede - reden omdat - doordat
Slide 4 - Tekstslide
Die tv is groter ...... die van ons.
A
als
B
dan
Slide 5 - Quizvraag
Mijn cijfer is even goed ...... het jouwe.
A
als
B
dan
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
Vul in:
Zij ...... wel verdwaald zijn.
A
kennen
B
kunnen
C
ken
D
kan
Slide 8 - Quizvraag
Vul in:
Misschien snap je het nu net zo goed ...... ik.
A
als
B
dan
Slide 9 - Quizvraag
Vul in:
Blijf alsjeblieft van ...... telefoon af!
A
me
B
mijn
Slide 10 - Quizvraag
Opvulwoorden vs. stopwoorden
Slide 11 - Tekstslide
Taalergernissen
Iedereen ergert zich weleens, zeg maar, aan hoe anderen spreken of hoe vaak, zeg maar, eigenlijk iemand iets zegt. Bekijk de filmpjes.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Jan Mulder ergert zich, zeg maar, aan stopwoorden. Welk stopwoord gebruik je zelf weleens, zeg maar?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Wat is jouw grootste taalergernis? Schrijf een leuke anekdote :)
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Video
Lesdoelen
Doelen:
*Je weet wat tweelingfouten zijn en kunt het juiste woord in de zin kiezen.
*Je weet wat opvulwoorden zijn.
*Je weet wat stopwoorden zijn en j
e ergert je er kapot aan
Slide 19 - Tekstslide
Fijn weekend!
:)
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Over taal blok 3; tweelingfouten, opvulwoorden en stopwoorden - hv2a
April 2020
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Over taal blok 3; tweelingfouten, opvulwoorden en stopwoorden
December 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Di 2 april tweelingfouten en als of dan
Maart 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
tweeling/opvul/stopw 345 rvl
December 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Les 2 - Tweelingfouten en Opvulwoorden
November 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Over taal 2 vwo
Maart 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Do 16 febr opvulwoorden, stopwoorden en taalvariatie
Januari 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Over Taal - Blok 3 - tweelingfouten, opvulwoorden, taalvariatie
Maart 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2