Ec. bekeken 2TL: Herhaling hoofdstuk 1

Herhaling hoofdstuk 1
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

Inkomsten: 

- In natura: alles wat geen geld is (bloemen van de baas, cadeaubon, auto vd zaak)
- In geld: alles in de vorm van geld (munten, biljetten, storting op de bank)

- Met tegenprestatie: je moet er iets voor doen (werk, oppasgeld etc.)
- Zonder tegenprestatie: je hoeft er niets voor te doen (zakgeld, cadeautjes)

- Vrij-besteedbaar: je mag het uitgeven aan wat je wil (zakgeld, loon)
- Niet vrij-besteedbaar: het is van te voren bepaald waar je het aan uitgeeft (kleedgeld)

Slide 2 - Tekstslide

Omrekenen

Stap 1: naar een jaar

Stap 2: naar het termijn dat je wil weten


Slide 3 - Tekstslide

Van week naar maand:                  Van maand naar week 
X 52 : 12                                                 X 12 : 52

Van kwartaal naar week:              Van kwartaal naar maand
X 4 : 52                                          X 4 : 12

Van week naar kwartaal:                   Van maand naar kwartaal
X 52 : 4                                             X 12 : 4



Slide 4 - Tekstslide

De bovenste tekst in de tabel is de titel
Dit zijn kolommen
Dit 
zijn 
de 
rijen
* Scholieren zonder deze ontvangsten zijn niet meegeteld bij de berekening van de gemiddelden 
Dit is een toelichting

Slide 5 - Tekstslide


- Je mag werken vanaf 13 jaar

Ben je nog geen 18? 
- Geen zwaar, gevaarlijk en ongezond werk
- Geen werk onder schooltijd
- Niet alle werktijden mogen

Slide 6 - Tekstslide



- Werkgever: bedrijf of instelling
- Werknemer: werkt in dienst van de werkgever

Werkgever en werknemer hebben beiden rechten en plichten


Slide 7 - Tekstslide

- Minimumjeugdloon: van 15 tot 23 jaar
- Minimumloon: vanaf 23 jaar

Slide 8 - Tekstslide

- Sparen voor: 
* Onverwachte uitgaven 
* Grote uitgaven (dure dingen)
* Rente

- Sparen op een spaarrekening is voordelig: 
* Je ontvangt rente/interest
* Het geld is veiliger dan thuis

Slide 9 - Tekstslide

- Het rentebedrag stijgt bij:
* Hoger spaarbedrag
* Hoger rentepercentage

 - Verschillende spaarvormen:
* Bonusrente als je geen geld opneemt
* Hogere rente bij een groot spaarbedrag
* Hogere rente als je het geld langer vastzet op een spaarrekening

Slide 10 - Tekstslide

- Inkomensverschillen ontstaan door:
* Verschil in inkomen uit arbeid
* Verschil in bezittingen

- Inkomen uit bezittingen zijn:
* Huur
* Rente
* Winst

Slide 11 - Tekstslide

- Redenen voor een hoger loon zijn:
* Langer werken
* Onregelmatige tijden werken
* Gevaarlijk werk doen
* Werk doen waar een hogere opleiding voor nodig is

- Belangrijk voor het kiezen van een beroep:
* Hoogte van het loon
* Geschiktheid van het werk
* Of de aard van het werk je bevalt

Slide 12 - Tekstslide

Tot de volgende week!
Huiswerk:
Leren hoofdstuk 1
Test jezelf 

Slide 13 - Tekstslide