2km lezen H1 Les 2

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:

  • lesboek Nieuw Nederlands
  • collegeblok/schrift
  • pen
timer
2:00
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:

  • lesboek Nieuw Nederlands
  • collegeblok/schrift
  • pen
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • opening/welkom
  • maken opdracht 1 blz. 12
  • uitleg theorie blz. 7 en 8
  • mk. opdracht 2 en 3
  • huiswerk 
  • evaluatie les 

Slide 2 - Tekstslide

Wat neem je altijd mee?

Laptop of chromebook

Collegeblok of schrift met tabbladen (A4)
Lesboek Nieuw Nederlands 2kgt
Pennen (verschillende kleuren),
potlood, schaar en lijm
Pasje mediatheek
Leesboek
Mapje hulpkaarten


Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Maak opdracht 1 blz. 12

Ben je klaar? Lees de theorie en maak opdracht 2 en 3




timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2 blz. 13

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
1. B een artikel

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
1.  B een artikel
2. papegaaiduikers

Slide 7 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
1.  B een artikel
2. papegaaiduikers
3. al. 2 - flirten in het voorjaar


Slide 8 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
1.  B een artikel
2. papegaaiduikers
3. al. 2 - flirten in het voorjaar
al. 3 - nesten en broeden



Slide 9 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
1.  B een artikel
2. papegaaiduikers
3. al. 2 - flirten in het voorjaar
al. 3 - nesten en broeden
al. 4 - voeden




Slide 10 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
1.  B een artikel
2. papegaaiduikers
3. al. 2 - flirten in het voorjaar
al. 3 - nesten en broeden
al. 4 - voeden
al. 5 - uitvliegen




Slide 11 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
4. a onvindbaar 7 spoorloos


Slide 12 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
4. a onvindbaar 7 spoorloos
b uithangen 1 zich bevinden

 


Slide 13 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
4. a onvindbaar 7 spoorloos
b uithangen 1 zich bevinden
c stek 5 plek


 


Slide 14 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
4. a onvindbaar 7 spoorloos
b uithangen 1 zich bevinden
c stek 5 plek
d van pas komen 2 gebruikt worden



 


Slide 15 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
4. a onvindbaar 7 spoorloos
b uithangen 1 zich bevinden
c stek 5 plek
d van pas komen 2 gebruikt worden
e volbracht 6 klaar




 


Slide 16 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
4. a onvindbaar 7 spoorloos
b uithangen 1 zich bevinden
c stek 5 plek
d van pas komen 2 gebruikt worden
e volbracht 6 klaar
f verkassen 3 vertrekken





 


Slide 17 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
4. a onvindbaar 7 spoorloos
b uithangen 1 zich bevinden
c stek 5 plek
d van pas komen 2 gebruikt worden
e volbracht 6 klaar
f verkassen 3 vertrekken
g mysterieuze 4 raadselachtige





 


Slide 18 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
5 Zij zoeken een plekje om te broeden en om een jong groot en sterk te laten worden.

Slide 19 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
5 Zij zoeken een plekje om te broeden en om een jong groot en sterk te laten worden.
6 Papegaaiduikers gebruiken twijgjes, blaadjes, veren en zeewier voor hun nest.

Slide 20 - Tekstslide

Nakijken opdr. 2 blz. 13
7 je antwoord is goed als je de volgorde van de tijd (de chronologische volgorde) uitgelegd hebt. Bijvoorbeeld: De volgorde is logisch, omdat de tekst begint met het landen op de kust en het begin van het broedseizoen (lente). Dan lees je in de juiste volgorde wat ze daarna doen totdat ze weer wegvliegen als het broedseizoen is afgelopen (einde zomer / begin herfst).

Slide 21 - Tekstslide

Opdr. 3 zelfstandig nakijken
In rust kijk je zelf na. 
Dit doe je met een andere kleur pen.

Is je antwoord goed? Zet dan een krul.
Is je antwoord fout? Schrijf het juiste antwoord erachter.

Slide 22 - Tekstslide

Weet je nog?
Wat is oriënterend lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 23 - Quizvraag

Weet je nog?
Wat is globaal lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 24 - Quizvraag

Weet je nog?
Wat is precies lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 25 - Quizvraag

Weet je nog?
Met welke vraag vind je het onderwerp
in een tekst?

Slide 26 - Woordweb

Weet je nog?
Wat bekijk en lees je als je een tekst oriënterend leest?

Slide 27 - Woordweb

Aant. bij blz. 12
Een tekst of een verhaal gaat ergens over.
Dit noem je het onderwerp van een tekst.
Lees de tekst eerst oriënterend 
en stel dan de vraag: 
Waarover gaat de hele tekst?

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een deelonderwerp?

In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp gezegd worden.

Deze verschillende delen van het onderwerp zijn deelonderwerpen.

Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.

Slide 29 - Tekstslide

Hoe vind je een deelonderwerp?
Als je heel snel wilt weten wat de deelonderwerpen in een tekst zijn, dan lees je een tekst globaal.

Bij globaal lezen lees je alleen de eerste en de laatste zin van elke alinea.

Je kunt vaak ook gebruik maken van tussenkopjes!

Slide 30 - Tekstslide

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over voetbal?
A
De verzorging van een konijn
B
De kleding
C
Kruidentuin
D
Koffiebonen

Slide 31 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 32 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een deel van het onderwerp
C
een tussenkopje
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 34 - Quizvraag

Huiswerk


Maken:

maak opdracht 4 blz. 16

Leren:

theorie blz. 12



Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide