Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Oefenen naamvallen (1e, 4e en 3e)
De naamvallen
1e: Onderwerp
4e: Lijdend Voorwerp
3e: Meewerkend Voorwerp
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De naamvallen
1e: Onderwerp
4e: Lijdend Voorwerp
3e: Meewerkend Voorwerp
Slide 1 - Tekstslide
Hoe vind je het Onderwerp?
Wie/wat
+
gezegde
[ gezegde = werkwoorden ]
[ Jan loopt weg...]
(
Wie / wat
loopt
weg? =
Jan
= onderwerp!
)
Slide 2 - Tekstslide
Hoe vind je het Lijdend Voorwerp?
Wie/wat
+
gezegde
+
onderwerp
[ Jan koopt bloemen...]
(
Wie / wat
koopt
Jan
?
=
bloemen
= lijdend voorwerp!
)
Slide 3 - Tekstslide
Hoe vind je het Meewerkend voorwerp?
Je kunt voor het zinsdeel denkbeeldig
'aan' of 'voor'
zetten
[ Jan geeft moeder bloemen ]
(
Aan wie / voor wie
geeft
Jan
bloemen
?
=
moeder
= meew.vwp!
)
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het ONDERWERP in deze zin:
Der Lehrer vermist die Schüler
Slide 5 - Open vraag
Wat is het LIJDEND VOORWERP?
Anton trinkt die Milch
Slide 6 - Open vraag
Wat is het MEEWERKEND VOORW.?
Der Vater schenkt Jan die Tasche
Slide 7 - Open vraag
Naamval Overzicht
rese - nese - meermin....
Slide 8 - Tekstslide
Er gratuliert d.. Gewinner (mv)
A
der
B
den
C
dem
D
die
Slide 9 - Quizvraag
Ich habe ein.. Arzt (m) angerufen
A
ein
B
einem
C
einen
D
eine
Slide 10 - Quizvraag
Die Mutter kauft d.. Kinder (mv) ein Eis
A
den Kinder
B
den Kindern
C
die Kinder
D
die Kindern
Slide 11 - Quizvraag
Woordjes in de
"der"
en
"ein"
Gruppe
In het "naamval overzicht" is telkens...
een bovenste regel (
d...
)
en een onderste regel (
ein..
.)
Slide 12 - Tekstslide
Dies__ Frau hat
ein__ Bruder
A
Diese, einen
B
Dieser, einen
C
Diesen, ein
D
Diese, ein
Slide 13 - Quizvraag
Mein__ Neffe
hat
sein___ Bein gebrochen
A
meinen, seinen
B
mein, sein
C
mein, seinem
D
meine, seinem
Slide 14 - Quizvraag
Ein___ Oma
schenkt
ihr___ Sohn
ein__ Tasche (v)
A
Eine, ihrer, ein
B
Einer, ihrer, einem
C
Eine, ihrem, eine
D
Einer, ihren, einen
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Naamvallen intro der- en ein-groep V5
Mei 2024
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Naamvallen intro der- en ein-groep
Januari 2024
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Naamvallen intro der- en ein-groep
September 2023
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Naamvallen intro der- en ein-groep
December 2023
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
M22 - Schritt 10 (+ 11)
December 2023
- Les met
20 slides
Duits
Secondary Education
Age 13
M22 - Intro + Schritt 9 & 10
November 2023
- Les met
28 slides
Duits
Secondary Education
Age 13
Klas 2 oefenen 1e,3e en 4e naamval incl. bezittelijke voorn.woorden
Januari 2022
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Geniushours 2 H3
November 2023
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3