H3.4 massaverhouding

3.4 Massaverhouding
Eind van de les weet je wat dat stoffen in een vaste verhouding met elkaar reageren
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.4 Massaverhouding
Eind van de les weet je wat dat stoffen in een vaste verhouding met elkaar reageren

Slide 1 - Tekstslide


fase overgang
chemische reactie
mengsel

Slide 2 - Tekstslide

Brood bakken
Wanneer heb je meer bloem nodig? bij een groot of klein blik?

Slide 3 - Tekstslide

Meel(g)
500
1
400
gist(g)
7
0,014
5,6
suiker(g)
10
0,02
8
zout(g)
10
0,02
8
water(g)
300
0,6
240

Slide 4 - Tekstslide

Ik bak 2 broden van 500 gram hoeveel suiker heb ik dan nodig?
Meel(g)
500
1
400
gist(g)
7
0,014
5,6
suiker(g)
10
0,02
8
zout(g)
10
0,02
8
water(g)
300
0,6
240

Slide 5 - Tekstslide


Meel(g)
500
1
400
gist(g)
7
0,014
5,6
suiker(g)
10
0,02
8
zout(g)
10
0,02
8
water(g)
300
0,6
240

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

maken 71 t/m 91

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Je hebt 90 g waterstofchloride en 42,3 gram ammoniak laten reageren tot salmiak. Hoeveel salmiak is ontstaan?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

maken 82 t/m 91 

2e deel bespreken lastige vragen op vraag
en/ of samen opgave 88, 89

Slide 19 - Tekstslide