ZM1C - WEEK 19 - les 1-2-3

Bonjour :-)
Pak:
- je boek A (vanaf bladzijde 90)
- je etui


Open:
- je schrift of je JdW map bij het vak Frans.

Filmpje: herhaal de getallen t/m 100 → kijk goed naar de schrijfwijze.
 


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour :-)
Pak:
- je boek A (vanaf bladzijde 90)
- je etui


Open:
- je schrift of je JdW map bij het vak Frans.

Filmpje: herhaal de getallen t/m 100 → kijk goed naar de schrijfwijze.
 


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van deze week
Hoofdstuk 2/ Boek A
1 Hoe leer ik grammatica D (werkwoorden op -er
   extra passé composé -er 
2 Hoe leer ik de vocabulaire?
3 Hoe leer ik de phrases (zinnen) 1-8?








Slide 2 - Tekstslide

vragen leerdoel 1

Slide 3 - Tekstslide

Vragen extra leerdoel 1

Slide 4 - Tekstslide

Instructie extra leerdoel 1
Uitleg grammatica D (passé composé werkwoorden op -er)









Slide 5 - Tekstslide

IK
JIJ
HIJ
ZIJ
MEN
WE
WIJ
JULLIE
U
ZIJ m mv
ZIJ v mv
JE/ J'
TU
IL
ELLE
ON
ON
NOUS
VOUS
VOUS
ILS
ELLES
ON

Slide 6 - Sleepvraag

Voorbeeld leerdoel 1
regarder
présent
avoir
passé composé
ik
je
regarde
j'ai
regardé
jij
tu
regardes
tu as
regardé
hij/zij/
men/wij
il/elle/on
regarde
il/elle/on a
regardé
wij
nous
regardons
nous avons
regardé
jullie/u
vous
regardez
vous avez
regardé
zij
ils/elles
regardent
ils/elles ont
regardé

Slide 7 - Tekstslide

Toepassen leerdoel 1
HUISWERK
Lees en maak in je boek A:
* Bladzijde 72/73 - 16a/b/d
* Bladzijde 73/74 - 17a/b/c/d










Slide 8 - Tekstslide

Toepassen leerdoel 2
Vocabulaire groeperen - bladzijde 92 A/B - boek A
1 le / l'    m
2 la / l'    v                     
3 les        mv
4 werkwoord
5 rest










Slide 9 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.1
Ga naar je boek - Hoofdstuk 2 vocabulaire A/B - bladzijde 90/ Boek A
- Noteer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 1 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A De kaart alstublieft.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie. Wat was dat ook alweer?
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
    uit je hoofd.
- Ga door naar de volgende zin, als je zin 1 uit je hoofd kent.









Slide 10 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.2
Ga naar je boek - Hoofdstuk 2 vocabulaire A/B - bladzijde 90/ Boek A
- Noteer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 2 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Alstublieft (als je iets geeft).
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie. Wat was dat ook alweer?
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
    uit je hoofd.
- Ga door naar de volgende zin, als je zin 2 uit je hoofd kent (herhaal zin 1).









Slide 11 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.4
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 4 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Houd je van cola?
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
    uit je hoofd.
- Als je zin 4 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 en zin 3.














Slide 12 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.3
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 3 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Een cola en een pannenkoek alstublieft.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie. 
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
    uit je hoofd.
- Ga door naar de volgende zin, als je zin 3 uit je hoofd kent (herhaal zin 1 / 2).














Slide 13 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.5
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 5 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Ja, ik ben dol op cola.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
    uit je hoofd.
- Als je zin 5 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 4.














Slide 14 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.6
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 6 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Wat is dat?
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
    uit je hoofd.
- Als je zin 6 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 5.














Slide 15 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.7
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 7 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Dat is een hartige taart.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
    uit je hoofd.
- Als je zin 7 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 6.














Slide 16 - Tekstslide

Instructie leerdoel 3.8
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 8 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Eet smakelijk.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
    uit je hoofd.
- Als je zin 8 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 7.














Slide 17 - Tekstslide

Instructie leerdoel 1
Uitleg grammatica D (werkwoorden op -er)









Slide 18 - Tekstslide

Toepassen leerdoel 3
Nu je boek dicht en niet meer spieken ;-)
Noteer met potlood -de acht zinnen onder elkaar - bij B en C, in je klapper, 
A
B
C
- Daarna bekijk je de lettergrepen op fouten met behulp van je (online) boek.
- Gum je fouten weg en verbeter ze met pen.
- Leer en herhaal op deze manier de zinnen. 






Slide 19 - Tekstslide

Corrigé leerdoel 3.1/3/4
A     De kaart alstublieft.
B      -
C       La carte s'il vous plait.

A       Een cola en een pannenkoek alstublieft.
B       -
C       Un coca et une crêpe, s'il vous plait.

A       Houd je van cola?
B       Jij   houdt van   de   cola.
C       Tu   aimes           le     coca?






Slide 20 - Tekstslide

Corrigé leerdoel 3.5/6/7
A     Ja, ik ben dol op cola.
B     Ja,     ik   ben dol op   de  cola.
C     Oui,   j'    adore             le    coca.

A       Wat is dat?
B       Het  is     wat.
C       C'     est  quoi?

A       Dat is een hartige taart.
B      Het   is     een     hartige taart.
C      C'      est   une    quiche.






Slide 21 - Tekstslide

Corrigé leerdoel 3.8
A     Eet smakelijk!
B      -
C      Bon appétit!








Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen van deze week behaald?
- Begrijp je grammatica D en kun je deze toepassen?
   Noteer zo nodig vragen voor de volgende les, voor je docent.

- Ken je de vocabulaire A/B helemaal?

- Begrijp en ken je de eerste elf zinnen (phrases) helemaal?
   Vraag hulp aan je docent als dit (nog) niet het geval is.
                                                      
                                                       Bonne journée :-)


Slide 23 - Tekstslide