9.4 Ziek deel 2

Welkom 
Denk om…
Je jas uit, pet af.
Mobiel in de telefoontas (op stil).
Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Zitten op je eigen plek!
Eten en drinken doe je in de kantine.
5 minuten de tijd.
timer
5:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Denk om…
Je jas uit, pet af.
Mobiel in de telefoontas (op stil).
Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Zitten op je eigen plek!
Eten en drinken doe je in de kantine.
5 minuten de tijd.
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

ZS lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning 
  • planning
  • Uitleg 9.4
  • uitleg 9.6
  • opdrachten maken 
  • huiswerk volgende les
  • volgende week maandag PW T9 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen op welke manier je besmet kan worden en weet welke rol bacteriën en virussen hierin spelen.
  • Je kan de werking van witte bloedcellen uitleggen en benoemen waar zij ontstaan.
  • Je kent de functie van koorts en kan uitleggen wat de oorzaak is van een hoge temperatuur.
  • Je kan uitleggen op welke twee manieren je immuun kan worden.
  • Je kan uitleggen wanneer orgaantransplantatie nodig is en welke gevaren hierbij op de loer liggen.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe word je ziek?
Micro-organismen: ziekmakende bact., schimmels, virussen
Bacteriën - kunnen giftige stoffen afgeven en ontstekingen veroorzaken (bv longontsteking, ontstoken wondje)
Schimmels - kunnen ook giftige stoffen afgeven
Virussen - dringen cellen binnen. 
Daar vermeerderen ze zichzelf -> 
Cel vol met virus gaat stuk -> griep, Corona

Slide 5 - Tekstslide

Het corona virus 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe verloopt een infectie? 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Diagnose
Vaststelling welke ziekte je hebt, naar aanleiding van omschrijving van klachten/symptomen. 
Prognose
Er wordt vertelt hoe de ziekte en het herstel zal verlopen. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe herkent je lichaam ziekteverwekkers?
Alle cellen hebben eiwitten op het celmembraan = antigenen

Je lichaam herkent welke van jou zijn (lichaamseigen) en welke dus niet (lichaamsvreemd). 

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt uitleggen welke 2 typen witte bloedcellen er zijn en op welke manier zij ziekteverwekkers bestrijden.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe bestrijden witte bloedcellen ziekteverwekkers? Type 1
Twee soorten witte bloedcellen:
Type 1 - neemt bacterien op en verteert ze (ook wel vreetcellen genoemd) -> afb. hiernaast 
Type 2 - maakt een stofje (=antistof) die aan de antigenen van de ziekteverwekker blijft plakken zodat hij onschadelijk wordt.

Slide 12 - Tekstslide

Zoveel soorten antigenen en antistoffen
Ieder soort bacterie of ziekteverwekker heeft een uniek type antigeen (herkenningseiwit).

Dat betekent dat voor ieder type antigeen een apart soort antistof gemaakt moet worden.

(sleutel-slot principe)

Slide 13 - Tekstslide

antigeen = gemeen
antistof = tof

ezelsbruggetje

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Hoe bestrijden witte bloedcellen ziekteverwekkers? Type 2
  1. Er komen ziekteverwekkers in je lichaam.
  2. Witte bloedcel type 2 maakt een antistof (blauw) die precies past bij de antigenen (rood) van de ziekteverwekker.
  3. Deze witte bloedcellen type 2 gaan zich snel delen en samen heel veel antistof maken.
  4. De antistof koppelt aan de antigenen van de ziekteverwekker en schakelt hem uit.
  5. Witte bloedcel type 1 vreet de uitgeschakelde ziekteverwekker op.

Slide 16 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe je immuun wordt.

Slide 17 - Tekstslide

Immuun -
actieve immunisatie
  • Ziekteverwekkers dood? -> meeste witte bloedcellen ook dood, blijven paar over:  de geheugencellen
  • 2e keer met dezelfde ziekteverwekker besmet? ->geheugencellen herkennen de antigenen -> maken enorm snel antistoffen -> voordat je ziek kan worden, ziekteverwekkers al dood.

  • kan ook met vaccin
    (verzwakt ziekteverwekker) 

Slide 18 - Tekstslide

Immuun -
passieve immunisatie
Seruminjectie - prik met antistoffen tegen ziekteverwekker. Snel immuun - korte tijd. 
Passieve immunisatie: niet zelf de antistoffen gemaakt. 

Slide 19 - Tekstslide

Orgaantransplantatie

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Orgaanafstoting 
Afweer: 
op cellen donororgaan zitten lichaamsvreemde antigenen -> ontvanger (witte bl.c) maakt antistoffen tegen antigenen -> cellen donororgaan vernietigd = orgaanafstoting

Slide 22 - Tekstslide

Afweerremmers: voorkomen dat witte bloedcellen minder/geen antistoffen maken tegen donororgaan.
Kans op afstoting kleiner als antigenen (eiwitten op cellen) van donor en ontvanger op elkaar lijken.

Donorregister
formulier waarop je aangeeft of je na je dood een orgaan wilt afstaan. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Wat is een chronische ziekte?

Chronisch ziek is een verzamelnaam voor verschillende ziektes. Kenmerkend is dat de ziekte minstens drie maanden duurt of dat de patiënt er meer dan drie keer per jaar last van heeft. Een ziekte is chronisch als die met de bestaande kennis en methoden niet te genezen is.


Onder chronische ziektes vallen:

(jeugd)reuma, COPD en astma, nierziektes, kanker, diabetes, hiv, aids en hartafwijking.

Slide 26 - Tekstslide

Definitie
Ongeneeslijk ziek: ziekte waar geen behandeling mogelijk is en waar je waarschijnlijk aan zal sterven

Chronisch ziek: langdurige ziekte met over het algemeen geen uitzicht op volledig herstel, vaak wel behandelbaar (vaak verdere schade beperken)

Slide 27 - Tekstslide

Orgaantransplantatie
Een orgaan van iemand anders heeft andere antigenen en zal dus aangevallen worden door je witte bloedcellen. DIt heeft orgaanafstoting. Dit kun je met afstotingsremmers voorkomen, hierdoor worden er minder antistoffen aangemaakt.

De meeste donororganen gaan niet langer mee dan 10 jaar.

Slide 28 - Tekstslide

Donororganen
Bij donororganen kan er afstoting plaatsvinden, de rest van je leven slik je na transplantatie afstotingsremmers.
Alternatieven voor donorganen 
1. Organen van varkens:Dit heet xenotransplantatie (transplanteren van organen/ weefsel van dieren naar mensen)
  1. Stamceltherapie:Stamcellen kunnen nog uitgroeien tot elke cel. Dit is nog volop in ontwikkeling.

Slide 29 - Tekstslide