Blok 3, grammatica

Wat is de bepaling van plaats?
Aan de kust is de fauna heel interessant.
A
Aan de kust
B
is
C
de fauna
D
heel interessant.
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is de bepaling van plaats?
Aan de kust is de fauna heel interessant.
A
Aan de kust
B
is
C
de fauna
D
heel interessant.

Slide 1 - Quizvraag

Wat is de bepaling van plaats?
Ik geniet van de natuur bij de Noordzee.
A
Ik
B
geniet
C
van de natuur
D
bij de Noordzee.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de bepaling van plaats?
In de duinbos leven hazen, reeën en vossen.
A
In de duinbos
B
leven
C
hazen, reeën en Vossen.
D
geen bepaling van plaats

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de bepaling van plaats?
Krabben en garnalen zoek je in het water.
A
Krabben en garnalen
B
zoek
C
je
D
in het water.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de bepaling van plaats?
Op aarde hebben we vijf oceanen.
A
Op aarde
B
hebben
C
we
D
vijf oceanen.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het voorzetsel?
De harige kat ligt onder de kast.
A
De harige kat
B
ligt
C
onder
D
de kast.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het voorzetsel?
Isa wil wel naast de kat liggen.
A
Isa
B
wil
C
naast
D
de kat

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het voorzetsel?
Isa en haar logé gaan met de fiets weg.
A
Isa en haar logé
B
gaan
C
met
D
de fiets weg.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het voorzetsel?
Ze doen handschoenen aan want ze willen geen verf op hun handen.
A
Ze
B
want
C
willen
D
op

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het voorzetsel?
In mijn la ligt een etui en een paar boeken.
A
In
B
mijn la
C
ligt
D
een etui

Slide 10 - Quizvraag