Hoge en -lage context culturen

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 3

Hoge- en lage contextculturen

Leerdoelen 

De student:

• kan benoemen wat hoge- en lage contextculturen zijn 
• kan benoemen de begrippen monochroon en polychroon toelichten 

Hoge en lage context

Monochroon/Polychroon

Wie is HALL?

1. Amerikaanse antropoloog
2. Spaanse Wetenschapper
3. Engelse antropoloog
4. Engelse wetenschapper

Hoe wordt er bij een hoge context cultuur gecommuniceerd?

1. Er wordt indirect en impliciet gecommuniceerd
2. Er wordt direct en impliciet gecommuniceerd
3. Er wordt doormiddel van handtaal gecommuniceerd
4. alle bovenstaande

In een lage context cultuur wordt er direct en expliciet gecommuniceerd. Dus duidelijk zegt wat je bedoeld.

1. Waar
2. Niet waar

Waar komen lage context cultuur onder andere voor?

1. Midden-Amerika, Groenland en Nieuw- Zeeland
2. Zuid-Europa, Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland
3. Noordwest-Europa, Noord-Amerika en Nieuw Zeeland
4. Europa, Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland

Directe/expliciete communicatie, voorkeur voor schriftelijke communicatie & Monochrone tijdsbeleving zijn kenmerken voor:

1. Hoge context
2. Lage context

Wat hoort bij Polychrone culturen?

1. Hier nemen mensen regelmatig pauze
2. Hier voeren mensen hun activiteiten achtereenvolgend uit
3. Hier werken mensen 13 uur per dag
4. Hier voeren mensen hun activiteiten gelijktijdig uit

Wat is monochrone tijdsbeleving?

1. Het houdt in dat je één ding tegelijk doet
2. Het houd in dat je meerdere dingen tegelijk doet
3. Het houdt in dat je je optimaal concentreert
4. Het houdt in dat je in groepen samenwerkt

Waar behoort monotone tijdsbeleving bij?

1. Lage context cultuur
2. Hoge context cultuur

Verschillen hoge en lage context culturen