Deel 8b, thema 2, week 1 Taak 1.3 cijfers achter de komma
Warming-up
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Warming-up
Slide 1 - Tekstslide
Julian fiets naar school. Hij fietst op een dag 12 km. Op de terugweg krijgt hij na 2 km een lekke band. Hoe ver moet hij lopen?
A
4km
B
6km
C
8km
D
10 km
Slide 2 - Quizvraag
Los deze sommen op en sleep het juiste antwoord naar de juiste vraag.
timer
3:00
73 - 21
31 x 3
66: 2 x 4
41 + 19 : 2
47 + 93
24: 6 x 5
21 + 16 - 30
63 x 3
10 x 11
32 : 2 + 8
= 52
= 93
= 24
= 140
= 189
= 110
= 7
= 20
= 30
= 132
Slide 3 - Sleepvraag
Sarita komt met de bus naar school. De bus vertrekt om 7:23 in Eijsden. De reis duurt 50 min. Hoe laat is Sarita op school
A
7:53
B
8:00
C
8:03
D
8:13
Slide 4 - Quizvraag
Kostas gaat naar Griekenland op vakantie. Hij moet eerst 14 uur rijden met de auto, daarna 2 uur met de boot en dan nog eens 8 uur rijden met de auto. Hoe lang duurt de reis?
A
14 uur
B
20 uur
C
24 uur
D
1 dag en 2 uur
Slide 5 - Quizvraag
Een les duurt 100 minuten. 20 procent van de les kletsen we en 10 procent van de les staat een filmpje op. Hoeveel minuten werken we wel?
Slide 6 - Open vraag
Bayar doet push ups thuis. In de eerste serie doet hij 30 push ups, in de tweede serie nog maar de helft daarvan. Hoeveel push ups doet Bayar
A
30
B
40
C
45
D
50
Slide 7 - Quizvraag
Diego is 4 dagen ziek geweest in deze schoolweek. Hoeveel procenten is Diego ziek geweest?
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%
Slide 8 - Quizvraag
Ielise woont in het Klumpke. Daar zijn 2 woongroepen. Een groep heeft 11 kinderen en een groep heeft 13 kinderen. In het weekend zijn er van beide groepen 4 kinderen thuis. Hoeveel kinderen zijn er wel in het Klumpke in het weekend
A
8
B
16
C
20
D
24
Slide 9 - Quizvraag
Shanna schreeuwt per dag 8 keer door de klas zonder haar vinger op te steken. Hoe vaak schreeuwt zij per week door de klas?
A
32x
B
40x
C
48x
D
56x
Slide 10 - Quizvraag
Manuel moet 11 uur nablijven. Elke dag een uur. de eerste dag is hij gekomen en daarna 3 dagen niet. Hoeveel dagen moet hij nog nablijven?
A
11 dagen
B
10 dagen
C
8 dagen
D
7 dagen
Slide 11 - Quizvraag
lesdoel
Ik kan kommegetallen makkelijk optellen en aftrekken.
Slide 12 - Tekstslide
Denk er aan
Maak de getallen even lang
Zet de getallen goed onder elkaar.
11,3 + 99,75 + 4,222=
Slide 13 - Tekstslide
101,3 + 99,75 + 1,355=
Tips: maak de getallen even lang, en zet de getallen goed onder elkaar.
Slide 14 - Open vraag
Denk er aan
Maak de getallen even lang
Zet de getallen goed onder elkaar.
11,3 + 99,75 + 4,222=
Slide 15 - Tekstslide
121,97 + 8,03 + 0,001=
Tips: maak de getallen even lang, en zet de getallen goed onder elkaar.