OP 3 BLOK 1 WG 3 Risicosignalering

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn ook alweer de kenmerken van normale veroudering?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de vijf geriatrische reuzen ook alweer?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een zorgtechnologische interventie die bijdraagt aan gezond ouder worden.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Risico signalering door de verpleegkundige

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Quiz

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is risicosignalering?
A
het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico’s bij de cliënt
B
het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico’s bij de cliënt die ik vastleg in het zorgleefplan
C
het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico’s bij de cliënt die ik vastleg in het zorgleefplan en waar indien nodig actie op wordt ondernomen

Slide 18 - Quizvraag

Risicosignalering is het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico’s bij je cliënt door de cliëntsituatie voortdurend te monitoren, door met kennis van zaken de situatie te bekijken en door de juiste vragen te stellen aan de cliënt. De cliënt en zijn familie of mantelzorger worden er nauw bij betrokken.
Risicosignalering bestaat niet alleen uit de uitvoering hiervan. Nadat je risico’s gesignaleerd hebt, onderneem je actie. Dit noemen we ‘opvolging’. Dit is het, in overleg met de cliënt, inzetten van de juiste interventies om te voorkomen dat een probleem optreedt of verergert.

OP WELKE GEBIEDEN SIGNALEER JE RISICO’S?

A
medicatiegebruik, huidletsel, vallen, incontinentie, depressie & ondervoeding/ overgewicht
B
ik ben mij op allerlei gebieden bewust van risico’s voor cliënten
C
pijn, medicatiegebruik, huidletsel, delier, incontinentie, depressie & ondervoeding/ overgewicht

Slide 19 - Quizvraag

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) toetst op de thema’s huidletsel, ondervoeding/overgewicht, vallen, problemen medicatiegebruik, depressie en incontinentie (Kwaliteitsdocument 2013).
Een goede risicosignalering beperkt zich echter niet alleen tot de onderwerpen uit het Kwaliteitsdocument. Je cliënt kan immers op allerlei fronten risico’s lopen.

WANNEER DOE JE AAN RISICOSIGNALERING?

A
Wanneer een cliënt in zorg komt en daarna eens per half jaar
B
Bij een ‘niet pluis’ gevoel of wanneer de gezondheidstoestand van de cliënt verandert
C
A en B zijn beiden juist

Slide 20 - Quizvraag

Zorgorganisaties zijn verplicht twee keer per jaar risico’s te signaleren. Risicosignalering is echter een manier van werken en onderdeel van het zorgproces. Je doet dus altijd aan risicosignalering!




WIE BEPAALT HOE DE RISICOSIGNALERING
WORDT UITGEVOERD?

A
De Inspectie voor de Gezondheidszorg
B
Dit mag de zorgorganisatie zelf invullen
C
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Slide 21 - Quizvraag

Het staat organisaties vrij hoe zij de risicosignalering uitvoeren, als deze maar op een structurele manier en op cliëntniveau plaatsvindt en wordt vastgelegd in het zorgleefplan.
Er bestaan meerdere checklists en instrumenten om op een verantwoorde manier risico’s te signaleren (zie bijvoorbeeld de Verkorte Checklist Veilige Zorg). Verschillende settings of zorgzwaartes zullen ook om een andere alertheid op risico’s vragen. De organisatie kan zelf bepalen hoe zij de signalering uitvoert en in welke situatie sprake is van een verhoogd risico (de enige uitzondering op bovenstaande is het zorgprobleem ondervoeding in de intramurale situatie. In de vorm van de indicator ‘Risico op ondervoeding’ wordt wel voorgeschreven hoe het risico op ondervoeding in kaart moet worden gebracht, namelijk met de vragen van de SNAQRC).
Voor de opvolging van situaties waarin sprake is van een verhoogd risico is niet voorgeschreven wat ‘adequate opvolging’ exact inhoudt. Dat kan van situatie tot situatie verschillen. Het is onder meer afhankelijk van de geïndiceerde zorg, de wensen en mogelijkheden van de cliënt. Ook hier geldt: het staat de organisatorische eenheid vrij hoe zij de opvolging uitvoert, als deze maar plaatsvindt en wordt genoteerd in het zorgleefplan.

HOE PAK JE RISICOSIGNALERING AAN?

A
signaleren – verkennen – plannen en doen – evalueren en bijstellen
B
verkennen – plannen en doen – evalueren en bijstellen
C
verkennen – signaleren – plannen en doen – evalueren en bijstellen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


WIE ZIJN ER BETROKKEN BIJ RISICOSIGNALERING?


A
De cliënt en ik als zorgverlener De cliënt en ik als zorgverlener
B
De cliënt, ik als zorgverlener en eventueel de mantelzorger
C
De cliënt, de mantelzorger, ik als zorgverlener en de rest van mijn team

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

....en de winnaar is....

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheidsdeterminanten
Lees de casus van mevrouw van Rijswijk 
Vul het ICF model in aan het hand van de gegevens in de casus

Plaats je model in de chat van de vergadering

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke risico diagnoses kan je stellen voor mevrouw van Rijswijck?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke gevalideerde risicosignaleringsinstrumenten ga je gebruiken bij mevrouw van Rijswijk?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies