Oefentoets hoofdstuk 1 en 2

Oefentoets
Hoofdstuk 1 Wat is maatschappijleer?
Hoofdstuk 2 Jongeren
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets
Hoofdstuk 1 Wat is maatschappijleer?
Hoofdstuk 2 Jongeren

Slide 1 - Tekstslide

Eigenschappen zijn aangeboren of aangeleerd.
Je ... is vooral aangeleerd.

Welk woord of welke woorden kun je hier invullen?
A
muzieksmaak
B
technisch inzicht
C
taalgevoel
D
voetbaltalent

Slide 2 - Quizvraag

Voor veel Nederlanders is het moeilijk om Chinees te leren spreken, omdat:
A
taal een aangeboren eigenschap is.
B
Chinees veel moeilijker is dan bijvoorbeeld Japans of Arabisch.
C
zij niet opgevoed zijn met de Chinese taal.
D
je een taal vooral onbewust aanleert.

Slide 3 - Quizvraag

Welk gedrag van de mens is aangeboren?
A
Mensen durven niet naakt over straat te lopen, ook al is het heel erg warm.
B
Een baby huilt, want hij heeft een vieze luier.
C
Een meisje huilt, omdat ze niet met de jongens mee mag voetballen
D
Een jongen krijgt tranen in zijn ogen als hij hoort dat hij een onvoldoende heeft.

Slide 4 - Quizvraag

Socialisatie betekent dat mensen:
A
kenmerken van een groep aanleren.
B
allemaal dezelfde normen en waarden aanleren
C
verschillende culturen leren kennen.
D
alle aangeboren eigenschappen afleren.

Slide 5 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Socialisatie is het aanleren van kenmerken als waarden, normen en gewoonten.
2. Socialisatie gaat bewust en onbewust.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd begint socialisatie?
A
Vanaf 18 jaar, want dan ben je meerderjarig.
B
Vanaf vier jaar, want dan ga je naar school.
C
Vanaf de geboorte.
D
Vanaf het moment dat een kind kan praten en anderen verstaat.

Slide 7 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Door socialisatie leer je welk gedrag anderen van jou verwachten.
2. Socialisatie en cultuur staan los van elkaar.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Veel organisaties hebben invloed op iemands waarden, normen en gedrag.

Welke is het belangrijkst voor kleine kinderen?
A
Het gezin
B
De media
C
Het geloof
D
School

Slide 9 - Quizvraag

Wat is socialisatie?
A
Sociaal zijn
B
Je netjes gedragen
C
aanleren van gewoonten die passen bij je cultuur
D
alle normen en waarden van een maatschappij

Slide 10 - Quizvraag

Waar vindt socialisatie plaats?
A
School
B
Thuis
C
Tv
D
Internet

Slide 11 - Quizvraag

De kleur van je haar is:
A
Aangeboren
B
Aangeleerd

Slide 12 - Quizvraag

De taal die je spreekt is
A
Nature
B
Nurture

Slide 13 - Quizvraag

Bij sociale controle:
A
letten mensen op hoe jij je gedraagt.
B
controleren mensen elkaars waarden.
C
verdedigt iedereen zijn belangen.
D
gaat het vooral om het afleren van aangeboren eigenschappen.

Slide 14 - Quizvraag

Een ander woord voor beloning en straf is …

Welk woord is weggelaten?
A
aangeleerd
B
eigenschap
C
sanctie
D
imitatie

Slide 15 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Boodschappen doen voor je buren is een positieve sanctie.
2. Sancties hebben te maken met sociale controle.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 16 - Quizvraag

Als normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte van je gedrag zijn geworden, is er sprake van:
A
een sanctie.
B
sociale controle.
C
imitatie
D
internalisatie

Slide 17 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Als internalisatie heeft plaatsgevonden, is de socialisatie gelukt.
2. Als normen en waarden geïnternaliseerd zijn, ben je volwassen.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 18 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Als een kind een ander kind nadoet, is er sprake van experimenteren.
2. Op de kleuterschool leren kinderen vooral nieuwe dingen door ervaringen.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 19 - Quizvraag

Je identiteit is een combinatie van je ervaringen en je ...

Welk woord is of welke woorden zijn weggelaten?
A
aangeboren eigenschappen.
B
sociale controle.
C
aangeleerde eigenschappen.
D
kennis

Slide 20 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Met identiteit bedoelen we dat de internalisatie is afgerond.
2. Iemand zegt: “Ik ben gelovig.” Hij spreekt dan over zijn internalisatie.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 21 - Quizvraag

Welke groep geloofd er in dat het meeste gedrag is aangeboren?
A
Nature-aanhangers
B
Nurture-aanhangers

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van socialisatie?
A
Adhd hebben
B
Nederlands leren spreken
C
Groene ogen veranderen in bruine ogen
D
Je haar verven

Slide 23 - Quizvraag

Door een slak te eten als kleuter erachter komen dat je dit niet lust is een voorbeeld van leren door:
A
Informatie/aanwijzigen
B
imitatie
C
ervaringen
D
experimenteren

Slide 24 - Quizvraag

Door een slak te eten omdat je ouders dat doen, erachter komen dat je dit niet lust is een vb van leren door:
A
Informatie/aanwijzigen
B
imitatie
C
ervaringen
D
experimenteren

Slide 25 - Quizvraag

Een voorbeeld van internalisatie is u zeggen tegen (oudere) docenten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Deze reclame van
Hornbach is een
voorbeeld van ... gedrag
A
rolbevestigend
B
roldoorbrekend

Slide 27 - Quizvraag

Tolerantie betekent dat je de normen en waarden van iemand anders goed vindt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Koffie drinken omdat je dat lekker vindt is een voorbeeld van groepsdruk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Je telefoon is gestolen, is een vb van leren door:
A
Informatie/aanwijzing
B
Imitatie
C
Ervaring
D
Experimenteren

Slide 30 - Quizvraag

Internalisatie is
A
Bewust of onbewust aanleren van normen en waarden
B
Letten op hoe mensen zich gedragen
C
Aangeleerde normen en waarden gaan automatisch
D
Laten weten of iemand iets goed of fout doet

Slide 31 - Quizvraag