Eindquiz groep 8
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke woord is fout?
A
bacterieën
B
fantasieën
C
kopieën
D
skiën
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Dat was een typische kaaswinkel in Nederland. Zag je de geit? Achter hoeveel kazen stond hij verstopt?
Slide 4 - Open vraag
Bij welk woord staat een verkeerd lidwoord
A
het persoonsvorm
B
het onderwerp
C
het lijdend voorwerp
D
het meerwerkend voorwerp
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Dat was een fietsenstalling.
In welke stad staat de grootste fietsenstalling van Nederland?
In welke stad staat de grootste fietsenstalling van Nederland?
A
Utrecht
B
Amsterdam
C
Rotterdam
D
's Gravenhage
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet het nichtje van de prinsessen die 100.000 volgers heeft op instagram?
A
Máxima
B
Eloïse
C
Ariane
D
Alexia
Slide 8 - Quizvraag
Waar wonen Koning Willem Alexander en zijn vrouw Máxima?
A
Den Haag
B
's Gravenhage
C
Wassenaar
D
Delft
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Hoeveel bogen zag je hier?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Waar staan de letters DZ voor?
A
Dubbel Zoet
B
Dubbel Zout
C
Dubbel Zacht
D
Dubbel Zeep
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Wat betekent hagel?
A
regen
B
sneeuw
C
ijskorrels
D
kogels
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Hoeveel kruisjes zag je?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 17 - Quizvraag
Welk boek heeft de kinder-juryprijs gewonnen>
A
Dagboek van een loser
B
De waanzinnige boomhut
C
Kappen
D
Lampje
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Hoeveel provincies heeft Nederland
A
12
B
13
C
14
D
11
Slide 20 - Quizvraag
In welke stad is het kantoor van WWJ
A
Den Haag
B
's Gravenhage
C
Rotterdam
D
Amsterdam
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Lekker die haring?
En augurken? Hoeveel lagen er?
En augurken? Hoeveel lagen er?
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Video
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Welk spreekwoord zag je net?
Wat betekent het?
Wat betekent het?
