IS-MB-GA curve -test

Test  IS-MB-GA Model
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Test  IS-MB-GA Model

Slide 1 - Tekstslide

Het IS-MB-GA-model is een langetermijnmodel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Als Y < Y* is er sprake van een negatieve output gap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Het verband tussen de reële rente en de investeringen door bedrijven is negatief
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

De inkomensidentiteit luidt: S = I + (0 - B)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De waarde van de multiplier stijgt als het spaarlek kleiner wordt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Als het consumentenvertrouwen stijgt, zal de IS-curve naar rechts verschuiven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De centrale bank in het model heeft een duaal mandaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Als in de huidige periode de inflatie stijgt, zal de GA-curve in de komende periode omhoog schuiven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Bij een hoge positieve output gap zal de inflatie gaan dalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Een verticale GA-curve duidt op prijsrigiditeit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

De IS lijn geeft de geldmarkt weer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

De MB lijn staat voor
A
Monetair Budget
B
Maximaal budget
C
Monetair Beleid
D
Maximale begroting

Slide 13 - Quizvraag

De IS curve zegt iets over hoe hoog de rente is
A
Juist
B
Niet juist

Slide 14 - Quizvraag

De GA lijn geeft weer...
A
De vraagkant van de goederenmarkt
B
De Geldmarkt
C
Vraag- en aanbod in evenwicht
D
De aanbodkant van de goederenmarkt

Slide 15 - Quizvraag

In de uitgangssituatie is de feitelijke productie .............de potentiële productie
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan

Slide 16 - Quizvraag

Een verhoging van de rente verhoogt de consumptiequote
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Als de overheidsbestedingen toenemen, neemt het inkomen altijd relatief meer toe, gezien het multiplier effect. (sneeuwbal effect)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Een verandering van de autonome consumptie geeft een verandering langs de IS-lijn
A
langs de IS lijn
B
langs de MB lijn
C
van de IS lijn
D
van de MB lijn

Slide 19 - Quizvraag

Door een verlaging van de overheidsbestedingen verschuift de IS-lijn naar links
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Bij een lagere inflatie dan de verwachte inflatie neemt het geaggregeerde aanbod af
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Stel de overheidsbestedingen nemen toe, de IS lijn verschuift naar rechts, wat gebeurt er dan?
A
De GA lijn verschuift direct naar links
B
De GA lijn blijft gelijk en de inflatie verandert niet
C
De GA lijn blijft gelijk, maar de inflatie verhoogt
D
Er verandert niks

Slide 22 - Quizvraag

Hoe komt het dat de GA lijn nog niet direct verschuift ondanks de hogere inflatie?
A
Door loon- en prijsrigiditeit
B
Door loon- en prijsflexibiliteit

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Wat houdt loon- en prijsrigiditeit in?
A
De lonen en inkoopprijzen stijgen
B
De lonen en inkoopprijzen dalen
C
De lonen en inkoopprijzen blijven gelijk

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Op de lange termijn blijft grijpt de bank in tot het oude inkomen Y0, een hogere rente, en een hogere inflatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Stap 1: KT

Slide 28 - Tekstslide

Stap 2: aanpassingen inflatieverwachtingen

Slide 29 - Tekstslide

Stap 3: LT

Slide 30 - Tekstslide