Politiek les 3

Politiek les 3
Tweede Kamer en Regering
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Politiek les 3
Tweede Kamer en Regering

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les
Aan het eind van de les kun je benoemen wat de Tweede Kamer doet en wat de taak is van de regering. 

?

Slide 2 - Tekstslide

Waar hebben we het de vorige lessen over gehad?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe oud moet je zijn om te mogen stemmen?
A
12 jaar
B
16 jaar
C
18 jaar
D
21 jaar

Slide 4 - Quizvraag

Wat neem je mee als je gaat stemmen?
A
Je identiteitsbewijs
B
Je identiteitsbewijs en je stempas
C
Je stempas
D
Je hebt niets nodig

Slide 5 - Quizvraag

Wat maakt een stembiljet ongeldig?
A
Wanneer je je naam erop schrijft
B
Wanneer je er een smiley op tekent
C
Wanneer je een vakje aankruist
D
Wanneer je hem blanco (leeg) inlevert

Slide 6 - Quizvraag

Mag je een selfie maken in een stemhokje?
A
Ja dat mag
B
Nee dit mag niet

Slide 7 - Quizvraag

De Tweede Kamer en regering
Wat weet je al van de Tweede Kamer en de regering?

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Wat gebeurt er met je stem nadat je gestemd hebt?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is een coalitie?

Slide 12 - Tekstslide

Coalitie
- De partij met de meeste stemmen kiest andere partijen uit om samen mee te werken (76+ zetels)
- De coalitie kiest de ministers en staatssecretarissen
- Zij maken wetsvoorstellen
- Bij meer dan 76 stemmen wordt een wet aangenomen
- Ze maken plannen voor de komende 4 jaar (regeerakkoord) 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe wordt besloten wie er in de Tweede Kamer komen?
A
De Koning kiest de Tweede Kamerleden.
B
Burgers stemmen tijdens verkiezingen wie er in de Tweede Kamer komt.
C
De Eerste Kamer kiest de Tweede Kamerleden.
D
De ministers trekken een lootje.

Slide 14 - Quizvraag

Wie verzinnen de wetten?
A
De Koning en Koningin
B
De ministers en staatsecretarissen
C
Burgers
D
De leden van de eerste kamer

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel zetels heeft de Tweede Kamer?
A
150
B
140
C
100
D
200

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel stemmen moet een wetsvoorstel hebben in de Tweede kamer (=150 zetels)?
A
76
B
140
C
90
D
25

Slide 17 - Quizvraag

Hoe vaak zijn er Tweede Kamer verkiezingen?
A
Elk jaar
B
Om het jaar
C
Een keer in de vier jaar
D
Een keer in de 10 jaar

Slide 18 - Quizvraag

Wat doet de regering?
A
De regering is de hele Tweede Kamer.
B
De regering maakt plannen om problemen op te lossen en voert deze uit.
C
De regering is de koning.

Slide 19 - Quizvraag

Tweede kamer
- Wordt gekozen tijdens de verkiezingen door de burgers.
- 150 leden die horen bij een politieke partij.
- Beslist namens alle Nederlanders welke plannen worden uitgevoerd.

Regering
- Wordt gekozen door de Tweede Kamer en de koning.
- Bestuurt het land.
- Maakt plannen om problemen op te lossen (wetten).
- Bestaat uit ministers en de koning. 

Slide 20 - Tekstslide

Maken uit het boek
Bladzijde 113 t/m 118
Opdracht 1 - gebruik Ipad of Chromebook
Opdracht 2 - Knipblad blz: 307 (kan alleen, mag samen!)
Opdracht 3 - a, b en c

Klaar? Lever je boek in en ga iets voor jezelf doen. 

Volgende les gaat over actievoeren.

Slide 21 - Tekstslide