3V - H5.3 - 2

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar

Slide 2 - Tekstslide

Startklaar

Slide 3 - Tekstslide

Startklaar
- Telefoon weg / jas uit
- Laptop ingelogd op Lessonup
- Huiswerk voor je op tafel

Huiswerk was:
Maak van H5.3 opgave 1, 2, 3 en 4 (blz 91 en verder)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat geldt er voor de stroom-
sterkte bij een parallel-
schakeling?
A
I is overal gelijk
B
I splitst zich op
C
Itot = I1 = I2 = I3
D
Itot = I1 + I2 + I3

Slide 7 - Quizvraag

Wat geldt er voor de
spanning bij een serie-
schakeling?
A
U is overal gelijk
B
U splitst zich op
C
Utot = U1 = U2 = U3
D
Utot = U1 + U2 + U3

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de vervangingsweerstand uitrekenen

Je kunt uitleggen hoe groot de spanning over componenten in een schakeling is

Je kunt uitleggen hoe groot de stroomsterkte door componenten in een schakeling is

Slide 12 - Tekstslide

De formule           
Je kunt de weerstand berekenen als je de spanning en de stroomsterkte weet

R:  Weerstand in ohm (Ω)
U:  Spanning in volt (V)
I:  Stroomsterkte in ampère (A)
R=IU

Slide 13 - Tekstslide

Weerstanden in serie
De stroomsterkte is overal gelijk:
Itot = I1 = I2

De spanning verdeelt zich:
Utot = U1 + U2

Slide 14 - Tekstslide

Weerstanden parallel
De stroomsterkte verdeelt zich:
Itot = I1 + I2

De spanning is overal gelijk:
Utot = U1 = U2

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide


A
0 V
B
3 V
C
6 V
D
9 V

Slide 17 - Quizvraag


A
0 A
B
3 A
C
6 A
D
9 A

Slide 18 - Quizvraag

Wat hoort er op de puntjes?
A
5 A
B
1 A
C
8 A
D
4 A

Slide 19 - Quizvraag

Wat geldt er voor de
spanning bij een parallel-
schakeling
A
U is overal gelijk
B
U splitst zich op
C
Utot = U1 = U2 = U3
D
Utot = U1 + U2 + U3

Slide 20 - Quizvraag

Vervangingsweerstand
Hoe groot is de totale weerstand van meerdere weerstand




Meer weerstanden in serie is                                             
grotere weerstand                                                 

Slide 21 - Tekstslide

Vervangingsweerstand
Hoe groot is de totale weerstand van meerdere weerstand




Meer weerstanden parallel is                                          is
kleinere weerstand                                              

Slide 22 - Tekstslide

Vervangingsweerstand
Hoe groot is de totale weerstand van meerdere weerstand
Serieschakeling                                         Parallelschakeling

Slide 23 - Tekstslide





Bereken de vervangingsweerstand. 
Gegevens:    R1 = 10 Ω
                          R2 = 20 Ω
Gevraagd:     Rv = ?
Berekening: 




Antwoord:
Rv1=R11+R21
Rv1=101+201=0,15
Rv=0,151
Rv=6,7 Ω

Slide 24 - Tekstslide

R1 (10 Ω) en R2 (10 Ω) zijn parallel geschakeld. Hoe groot is de vervangingsweerstand?
A
R = 0,20 Ω
B
R = 1 Ω
C
R = 5 Ω
D
R = 20 Ω

Slide 25 - Quizvraag

Twee weerstanden zijn parallel geschakeld. R1 = 30 Ω en R2 = 50 Ω.
Bereken de vervangingsweerstand.

Slide 26 - Open vraag

Aan de slag
Maak van H5.3 opgave 5, 7 en 9 (blz 91 en verder)

Slide 27 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
Serieschakeling
Parallelschakeling
Vervangingsweerstand
Totale stroomsterkte


Slide 28 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 29 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 31 - Open vraag

Volgende les:
Practicum

Slide 32 - Tekstslide