3.2. ITCZ

3.2.  ITCZ en Zeestromen en klimaatfactoren
Startklaar:
- Inloggen in LessonUp
- Aantekeningenschrift voor je
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2.  ITCZ en Zeestromen en klimaatfactoren
Startklaar:
- Inloggen in LessonUp
- Aantekeningenschrift voor je

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling windsystemen
Teken en schrijf alles op wat je nog weet van de windsystemen.

Denk aan: 
breedtegraden, hoge/lage luchtdruk, benamingen, windrichtingen, pijlen, warme/koude lucht, moessons/passaten, ITCZ
timer
4:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik 
Welke woorden horen op de plek van A, B, C en D? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de winden van 30 graden breedte naar de evenaar?
Passaten
Waarom een L bij de evenaar?
Warmt = opstijgende lucht
Waarom zakt de lucht van de evenaar rond de 30 graden breedte?
De warme lucht stijgt op  bij de evenaar en gaat hoog in de lucht opzoek naar een lage luchtdrukgebied. Hoog in de lucht koelt hij af, dan gaat hij dalen. Zo ontstaat een hoge drukgebied. 
Waarom verschuift de ITCZ?
Omdat de aarde schuin op z'n as staat, komt de zon niet altijd loodrecht op de evenaar. De ITCZ is het gebied waar de zon loodrecht binnenkomt. 
Waarom regent het bij evenaar en is het droog bij de 30 graden?
Bij de evenaar heb je lage luchtdruk. Warmte lucht stijgt op en koelt af. Het condenseert. Er ontstaan wolken en dus neerslag.

Bij de 30 graden is er dalende lucht (hoge drukgebied). Dalende lucht wordt warmer en kan meer waterdamp bevatten en vormt daarom geen wolken. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Westenwind
Noordoost passaat
Zuidoost passaat
Afwijking naar rechts
Afwijking naar links
L
H
H
H
L
L
Westenwind
H

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door de hoge zonnestand wordt het aardoppervlak in de tropen sterk verwarmd. De lucht zal dalen, condenseren en dit zal tot regen leiden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom het in de Sahara nooit regent

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe luidt de wet van Buys Ballot?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland waait de wind vaak uit het zuidwesten. Verklaar dit aan de hand van de mondiale luchtcirculatie en het corioliseffect

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de aardas recht zou staan, zouden de seizoenen verdwijnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Werkblad  (ITCZ - Moessons)
  • Uitleg 3.2 (deel 2)
  • Oefenen 
Laptop en telefoons weg tijdens de uitleg

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • uitleggen hoe moessons ontstaan door het verschuiven van de ITCZ

  • uitleggen hoe zeestromen invloed hebben op het klimaat 

  • klimaatgebieden onderscheiden aan de hand van het systeem van Köppen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkblad 3.2
Waarom komen er zulke heftige regenbuien voor  in India?
En wanneer gebeurt dat?

Hiervoor moet je weten: wat het windsysteem is (lucht circulatie) 
 

Slide 13 - Tekstslide

Moessonregens in Azië 
Deel 1 werkblad
Dit is de basis

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenaar versus ITCZ
Evenaar beweegt niet, is de 0 graden breedte lijn
ITCZ = lage drukgebied, dit beweegt 
1. door de scheve stand van de aardas verandert de breedtegraad waar de zon loodrecht instraalt. 

2. op de plek waar maximale instraling is, wordt de lucht warm, stijgt hij op en dus lage drukgebied

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Evenaar = witte lijn
Evenaar = witte lijn
ITCZ = rode lijn
p.88

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paarse pijlen zijn passaten

Waaien van H naar L 
 
L = dus eigenlijk ITCZ, 
niet  perse de evenaar. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode pijlen zijn moessons   

Waaien van H naar L, 
maar zodra ze de evenaar oversteken veranderen ze van richting.

Let op de tweede wet van Buys Ballot, 

Noord afwijking rechts
Zuid afwijking links   

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu het werkblad. 

timer
7:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

moesson
zuidwest
moesson
Noordoost

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ITCZ in Afrika

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ITCZ in Zuid-Amerika

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ITCZ in Zuid-Oost Azië
Wind in juli (Rood) en januari (blauw): Passaatwinden (wind tussen 35 NB/ZB en evenaar)

Als de wind 2x per jaar draait: Moesson (ontstaat door ITCZ) --> Wind (en neerslag!) komt deel van het jaar van de ene kant & deel van het jaar van andere kant:
   - Vergelijk blauwe en rode pijlen op kaart rechts

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenopgaven

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herschrijf de volgende zinnen in je schrift

  • Door een kleine invalshoek van de zon wordt het aardoppervlak in de tropen sterk verwarmd. De lucht zal dalen, condenseren en dit zal tot regen leiden. De tropen bevinden zich in een hogedrukgebied. 
  • De ITCZ is de zone op de evenaar, waar een  hogedrukgebied ontstaat. De ITCZ verplaatst als gevolg van de scheve stand van de zon ten opzichte van de aarde. Door het verplaatsen van de ITCZ krijg je passaten die de evenaar over steken en van  richting veranderen, deze passaten noem je de mistral. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herschrijf de volgende zin in je schrift

  • Door een grote invalshoek van de zon wordt het aardoppervlak in de tropen sterk verwarmd. De lucht zal stijgen,  afkoelen en condenseren en dit zal tot regen leiden. De tropen bevinden zich in een lagedrukgebied
  • De  ITCZ is de zone rond de evenaar waar een lagedrukgebied ontstaat. De ITCZ verplaatst als gevolg van de scheve stand van de aarde ten opzichte van de zon. Door het verplaatsen van de ITCZ krijg je passaten die de evenaar over steken en van  richting veranderen, deze passaten noem je de moesson

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling 3.2
Welke van onderstaande beweringen zijn waar:

  1. Als gevolg van de corioliskracht krijgt de wind op het zuidelijk halfrond een afwijking naar rechts
  2. Op ongeveer 60 graden N.B. en Z.B. ligt een lagedrukgebied.
  3. Poolwinden waaien altijd uit oostelijke richting.
  4. De ITCZ bereikt op het zuidelijk halfrond een hogere breedte dan op het noordelijk halfrond
  5. Moessons zijn halfjaarlijkse winden die tussen de keerkringen waaien
  6. Op het noordelijk halfrond draait het circulatiepatroon van de zeestromen tegen de wijzers van de klok in. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling 3.2
Welke van onderstaande beweringen zijn waar:

  1. Als gevolg van de corioliskracht krijgt de wind op het zuidelijk halfrond een afwijking naar rechts
  2. Op ongeveer 60 graden N.B. en Z.B. ligt een lagedrukgebied.
  3. Poolwinden waaien altijd uit oostelijke richting.
  4. De ITCZ bereikt op het zuidelijk halfrond een hogere breedte dan op het noordelijk halfrond
  5. Moessons zijn halfjaarlijkse winden die tussen de keerkringen waaien
  6. Op het noordelijk halfrond draait het circulatiepatroon van de zeestromen tegen de wijzers van de klok in. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpjes ter ondersteuning:

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies