Nederlands les 2
1 / 32
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ieder tekortkoming in de nakoming van een overeengekomen verbintenis verplicht de schuldenaar de schade te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de kenmerken
van een hoofdzin?
van een hoofdzin?
Slide 5 - Woordweb
1 belangrijkste mededeling (daar waar het om gaat)
2 pv en ow staan naast elkaat
Als u meer wilt weten over beleid en uitvoering, kunt u een verzoek doen tot openbaarmaking van bepaalde overheidsinformatie. Dit heet een Wob-verzoek.
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de kenmerken
van een bijzin?
van een bijzin?
Slide 7 - Woordweb
1 geeft een toelichting op de hoofdzin
2 pv en ow staan meestal uit elkaar.
3 de bijzin kan niet opzichzelf een zin vormen
4 Meestal te vervangen door 1 woord. (daarom)
5 heeft een eigen pv en onderwerp .
Omdat de gekapte bomen recht voor zijn huis stonden, had meneer Kharman een rechtstreeks belang bij het al dan niet kappen van de bomen.
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij zijn sollicitatiegesprek gaf mijn cliënt destijds al te kennen dat hij dyslectisch is.
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Gezien het voorgaande en de penibele financiële situatie, raad ik u aan contracten aan beide werknemers na afloop van hun jaarcontract niet te verlengen.
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer gebruiken we
die of dat ?
die of dat ?
Slide 11 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
De bezitter van een opstal .............. niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, is aansprakelijk.
A
die
B
dat
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar zit de fout in deze zin?
Bij de behandeling van een casus moeten de feiten wat voor het oplossen van de casus van belang zijn worden geselecteerd.
Bij de behandeling van een casus moeten de feiten wat voor het oplossen van de casus van belang zijn worden geselecteerd.
Slide 13 - Open vraag
Goede antwoord:
de feiten die
Ik zal je het arrest geven, ........... over die zaak gaat.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer schrijf je
wat ipv dat ?
wat ipv dat ?
Slide 15 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wij zijn benieuwd naar het oordeel van het Hof, wat binnenkort wordt gepubliceerd.
Deze zin is?
Deze zin is?
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De student wil na zijn P naar de uni, ........ ik een uitstekend idee vind.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 17 - Quizvraag
Wat is goed, het slaat op de hele vorige zin.
Ik wil bezwaar aantekenen tegen het besluit, ....... binnen zes weken moet gebeuren.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het ingezetenschap wordt aangetoond middels een uittreksel van de gemeentelijke basisadministratie, ........... bij het aangaan van het lidmaatschap niet ouder is dan vier weken.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De rechter had een feit, ..... door de getuige was genoemd, niet in overweging genomen.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De burgemeester verleent een exploitatievergunning voor een coffeeshop, ....... is gebaseerd op een plaatselijke verordening.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De student is best slim, echter hij maakt soms domme opmerkingen.
Deze zin is fout. Verbeter de zin?
Deze zin is fout. Verbeter de zin?
Slide 23 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De advocaat wil je graag zo snel mogelijk spreken. Zij kan echter niet op maandag.
A
goed
B
fout
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De wet zou aangenomen moeten worden.
A. Echter er komen nog enkele wijzigingen.
B. Echter, er komen nog enkele wijzigingen.
A. Echter er komen nog enkele wijzigingen.
B. Echter, er komen nog enkele wijzigingen.
A
is goed
B
is goed
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De cliënt heeft zijn verhaal verteld aan zijn klantmanager echter hij is niet ingegaan op zijn schuldenproblematiek.
Deze zin is fout. Verbeter de zin.
Deze zin is fout. Verbeter de zin.
Slide 26 - Open vraag
De student is best slim,maar hij maakt soms domme opmerkingen.
Of:De student is best slim. Echter,hij maakt soms domme opmerkingen.
Of:De student is best slim. Hij maakt echtersoms dommeopmerkingen.
Echter een nadeel dat ondervonden kan worden is dat men te veel bezwaarschriften zal ontvangen.
Deze zin is?
Deze zin is?
A
goed
B
fout
Slide 27 - Quizvraag
juiste antwoord:
Echter, een nadeel dat ondervonden kan worden,is dat men te veel bezwaarschriften zal ontvangen.
Stel een vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Slide 28 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Reflectie
Wat heb ik geleerd in deze les?
Wat heb ik geleerd in deze les?
Slide 29 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Reflectie
Wat ga ik nog oefenen voor de toets?
Wat ga ik nog oefenen voor de toets?
Slide 30 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 31 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoofdzin
Bijzin
Ieder tekortkoming in de nakoming van een verbintenis is verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden,
tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.
Slide 32 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
