H2 Mengsels

Leerdoelen

Je kunt

  • uitleggen wat het verschil is tussen homogene en heterogene mengsels
  • Zes typen mengsels benoemen, voorbeelden geven en aangeven met het bolletjesmodel.
  • Bruto formules van moleculen aflezen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen

Je kunt

  • uitleggen wat het verschil is tussen homogene en heterogene mengsels
  • Zes typen mengsels benoemen, voorbeelden geven en aangeven met het bolletjesmodel.
  • Bruto formules van moleculen aflezen

Slide 1 - Tekstslide

timer
2:00
Mengsels?

Slide 2 - Woordweb

Samenstelling van mengsels

Slide 3 - Tekstslide

Soorten mengsels
verschillende mengsels:
- Oplossing
- Suspensie
- Emulsie

Slide 4 - Tekstslide

Oplossing = helder
vast, vloeibaar of gas in vloeibaar oplosmiddel
moleculen zitten door elkaar heen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Suspensie = troebel

Vaste stof opgelost in een vloeistof


Slide 7 - Tekstslide

blauw = oplossing
rood = emulsie
wit = suspensie

Slide 8 - Tekstslide

Oplossing:  heldere vloeistof (Helder: stofeigenschap)
Suspensie: een mengsel waar je NIET doorheen  kunt  kijken                                van een vaste stof in een vloeistof .
                         (Geen stofeigenschap)
Emulsie:      een mengsel van twee vloeistoffen waardoor je 
                        heen kunt kijken  
                        (Troebel: stofeigenschap)

Slide 9 - Tekstslide

Zuivere stof/ mengsel

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Mengsel: homogeen-heterogeen

Slide 12 - Tekstslide

nog meer soorten mengsels
  • nevel (mist); vloeistof fijn verdeeld in een gas = heterogeen mengsel
  • rook; vaste stof fijn verdeeld in een gas = heterogeen mengsel
  • legering (alliage); metaal gemengd met een ander metaal = homgeen mengsel

Slide 13 - Tekstslide

Moleculen
  • Ieder figuurtje stelt een molecuul voor
  • Moleculen bestaan uit atomen
  • Atomen zijn aan elkaar gebonden met atoombindingen. 
  • Atoombindingen gaan kapot bij chemische reactie

Slide 14 - Tekstslide

Atomen
Naam
Zuurstof
Waterstof
Stikstof
Koolstof

Atoom is vaak in z'n eentje 
Atomen
Symbool
O
H
N
C

118 verschillende atomen!

Slide 15 - Tekstslide

Molecuulformules
Molecuulformule geeft aan welke atomen erin zitten
Water: H2O (2 H en 1 O)
Koolstofdioxide: CO2 (1 C en 2 O)

Index = kleine cijfertje


 

Slide 16 - Tekstslide